Overzicht elektrische draden

Binnen elektrische woninginstallaties komen onderstaande elektrische draden over het algemeen voor.

Bruin fasedraad

Fasedraad L (live) bruin staat op spanning en wordt ook wel fasedraad genoemd. Zorgt voor de aanvoer van stroom richting een verbruiker. Dat zorgt er voor dat deze draad altijd onder spanning staat zodra deze aangesloten is op schakelaar in de meterkast die ‘aan’ staat. De bruine stroomdraad levert over het algemeen een wisselspanning (AC) van 230 Volt. Deze wisselspanning wisselt 50 keer per seconde van richting, dit wordt aangegeven met 50 Hertz. De fasedraad heeft de aanduiding L wat staat voor live. Deze aanduiding wordt alleen gebruikt bij een eenfasespanning. Dit is bijvoorbeeld van toepassing bij het aansluiten van een wandcontactdoos. Het is ook mogelijk dat er een driefasespanning wordt gebruikt. Dan plaatst men achter de L een cijfer, namelijk L1, L2 en L3.

Blauw nuldraad

Nuldraad N (neutral of nul) blauw geen spanning. Zorgt voor de afvoer van stroom en wordt daarom ook wel de mindraad genoemd. Op deze draad staat geen spanning. Doordat de bruine draad de stroom aanlevert aan een verbruiker is er ook een draad nodig die vanaf de verbruiker de stroom terugvoert om de stroomkring gesloten te houden. Het terugvoeren van de stroom vind dus plaats doormiddel van de blauwe draad. De letter N wordt gebruikt als aanduiding op wandcontactdozen om aan te geven waar de blauwe draad bevestigd moet worden.

Zwart schakeldraad

Schakeldraad T (hermoplastic insulation) zwart. Wordt gebruikt vanaf een (licht)schakelaar in een woning. In feite is deze draad een verlenging van de bruine draad. De bruine draad komt vanaf de meterkast de schakelaar binnen en vanaf de schakelaar loopt er een zwarte draad richting de verlichting. De zwarte draad staat onder spanning als de schakelaar/ lichtknop is ingeschakeld. Zodra de lichtknop is uitgeschakeld staat de zwarte draad niet meer onder spanning.

Geel groen aardedraad

Aardedraad PE (protective Earth) geel groen. Deze draad wordt gebruikt voor het maken van een elektrische verbinding tussen elektrische verbruikers (elektrische apparaten) en de aarde. Op deze draad hoort geen spanning te staan. Wanneer er echter een lekstroom optreed in een elektrisch apparaat met een metalen behuizing dan zal de aardedraad (als deze op de metalen behuizing is aangesloten) deze lekstroom afvoeren via het snoer door de wandcontactdoos (als het een geaarde wandcontactdoos is) richting de aarde. De aardlekschakelaar zal de spanning waarnemen en uitschakelen. Zo wordt de stroomkring waarin de lekstroom is ontstaan spanningsvrij gemaakt.

Stroom, spanning en weerstand

Binnen elektrische installaties zijn niet alleen de draden van belang maar ook de begrippen spanning stroom en weerstand. Deze worden als volgt aangeduid:

  • Grootheid: stroomsterkte, symbool van stroomsterkte is I (Intensiteit), eenheid is Ampere, afkorting A
  • Grootheid: spanning, symbool van spanning is U (Urgere), eenheid van spanning is volt, afkorting V
  • Grootheid: weerstand, symbool van weerstand is R (Resistantie), eenheid van weerstand is de Ohm, afkorting Ω.

Binnen een stroomkring komen bovenstaande grootheden voor. Er is sprake van een spanning die wordt geleverd vanuit de bruine draad. Dit is meestal 230 Volt wisselspanning (AC) 50Hertz. Daarnaast wordt er een bepaalde hoeveelheid Ampere geleverd. Dit is de intensiteit oftewel de kracht van de stroom. De weestand wordt onder andere bepaald door de dikte van het koper van de draad dat wordt gebruikt. Een dunne koperen draad heeft meer weerstand dan een dikke koperen draad. Daarbij wordt uiteraard gekeken naar de dikte van het koper en niet van het isolatiemateriaal. Meer over deze aspecten van elektriciteit kun je lezen in het artikel over de Wet van Ohm.