CO2 lassen is een lasproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een actief gas genaamd koolstofdioxide (CO2). Een andere term die wordt gebruikt voor het CO2 lassen is MAG lassen. Hierbij staat de afkorting MAG voor Metal Active Gas. De laatste twee letters van deze afkorting maken duidelijk dat het om een actief gas gaat. CO2 is een actief gas omdat het gas een reactie aangaat met de atmosfeer in de omgeving van het lasproces en het smeltbad. Om die reden kan CO2 lassen niet worden gebruikt als synoniem voor MIG lassen. Een voordeel van CO2 is dat het een goedkoop beschermgas is. Naast CO2 / MAG lassen is er ook het MIG lassen. Daarover lees je in de volgende alinea meer.
MIG of MAG lassen?
MIG staat voor Metal Inert Gas en is een lasproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een inert beschermgas. Een inert gas is een gas dat geen reactie aangaat met de lucht of atmosfeer in de omgeving van het smeltbad van het lasproces. Een actief gas gaat wel een actieve reactie aan met de atmosfeer. Om die reden kan men CO2 lassen (MAG lassen) niet toepassen bij inerte materialen zonder dat daarbij de kans op corrosie en vervuiling van de lasverbinding aanzienlijk toeneemt. Kortom als men een inert materiaal wil lassen zal men ook een inert beschermgas moeten gebruiken en kiest men dus voor MIG lassen. Een voorbeeld van een inert materiaal is aluminium. Dit kan men lassen doormiddel van MIG maar ook doormiddel van TIG. De laatste afkorting staat voor Tungsten Inert Gas. Hoewel dit lasproces verschilt met MIG lassen wordt ook hierbij gebruik gemaakt van inert gas.
CO2 lasproces
Buiten het verschil in beschermgas is er geen verschil tussen CO2/ MAG lassen en MIG lassen. Er wordt gebruik gemaakt van hetzelfde lastoestel met een lastoorts. De lastoorts kan met 1 of met 2 handen worden gehanteerd door de lasser. Door deze lastoorts wordt tijdens het lassen een lasdraad gevoerd richting het smeltbad van het werkstuk. De lasdraad smelt af tijdens het lasproces en versmelt zich met het smeltbad dat tijdens het lassen ontstaat. Het smeltbad is in feite gesmolten metaal. Een deel van het smeltbad ontstaat door het smelten van het uitgangsmateriaal.
Dit uitgangsmateriaal vormt het werkstuk waarin de lasverbinding moet worden aangebracht. Tijdens het lassen ontstaat er een kortsluitingsboog tussen het werkstuk en de lastoorts. Door deze kortsluiting ontstaat een hoge temperatuur waardoor de laskanten smelten. Deze gesmolten laskanten vormen een smeltbad gezamenlijk met het lastoevoegmateriaal/ lasdraad. Als het smeltbad afkoelt wordt het hard en ontstaat een stevige niet-uitneembare lasverbinding.