Wat zijn sensibiliserende stoffen?

Sensibiliserende stoffen worden ook wel allergenen genoemd en zijn stoffen die een overgevoeligheidsreactie kunnen veroorzaken doordat ze in contact komen met het afweersysteem of immuunsysteem. Er zijn verschillende bekend sensibiliserende stoffen, we noemen een aantal voorbeelden:

  • natuurlijke stoffen zoals graspollen en bepaalde plantenonderdelen zoals hars of plantensap. Deze worden ook wel ‘Biologische agentia’ genoemd.
  • Kleurmiddelen en bestanddelen van twee-componentverven en verschillende soorten kunstharsen zoals epoxyhars en acrylaathars.
  • Metalen en metaalbehandelingsmiddelen zoals nikkel, kobalt en chroom en middelen die worden gebruikt om metaal te beschermen tegen corrosie.
  • Ook conserveermiddelen in cosmetica, verzorgingsproducten en schoonmaakmiddelen kunnen een allergische reactie veroorzaken.

Ontwikkeling van allergische reacties
De overgevoeligheid voor een sensibiliserende stof ontstaat in twee fasen, deze fasen zijn als volgt:

Sensibilisatiefase: in de sensibilisatiefase raakt het immuunsysteem van een men overgevoelig oftewel gesensibiliseerd. Dit is een reactie op de stof die allergische reacties kan veroorzaken. Deze stof is een specifiek allergeen.

Provocatiefase: de tweede fase is de provocatiefase die alleen kan plaatsvinden als de sensibilisatiefase al heeft plaatsgevonden. Door het eerste contact met het allergeen heeft het immuunsysteem T- en B–geheugencellen aangemaakt en afweerstoffen. Wanneer men later in de tweede fase weer in contact komt met dezelfde allergeen zal men heftiger reageren. De hevigheid van de reactie is afhankelijk van de hoeveelheid van de stof en de duur dat men er mee in contact heeft gestaan. Er treed in ieder geval in de provocatiefase een heviger reactie op dan in de sensibilisatiefase.

Gevolgen van sensibiliserende stoffen
Niet elk mens reageert even sterk op sensibiliserende stoffen. Wanneer mensen hier wel hevig op reageren en een allergie hebben voor bepaalde stoffen dan kan dat deze personen belemmeren in de uitoefening van hun functie. Dit is vooral het geval als ze het contact met deze stoffen bij een normale uitoefening van de functie niet kunnen vermijden. In dat geval zal men een andere functie moeten gaan uitoefenen of een andere oplossing moeten gaan bedenken waardoor de allergische reacties kunnen worden voorkomen.