Spouwmuurisolatie is isolatiemateriaal dat aangebracht is in de spouw van een muur die uit twee evenwijdige delen bestaat. Een spouw is gemiddeld 50 mm breed en is een open ruimte mits deze wordt voorzien van isolatiemateriaal. Dit isolatiemateriaal wordt dus aangebracht tussen de buitenmuur en binnenmuur, deze muren worden ook wel buitenblad en binnenblad genoemd. De open ruimte hiertussen, de spouw, zorgt er voor dat vochtdoorslag van buiten naar binnen wordt voorkomen. Bovendien heeft de lucht in de spouw een isolerende functie. Als men de isolerende functie wil optimaliseren kan er extra warmte-isolatie in de spouw worden aangebracht. Hiervoor gebruikt men specifiek isolatiemateriaal. Dit isolatiemateriaal kan meteen tijdens de bouw van de woning worden aangebracht of later als het gebouw reeds is afgebouwd en in gebruik is genomen.
Kunststof spouwisolatie in nieuwbouw
Tegenwoordig wordt spouwisolatie tijdens de bouw in nieuwbouwwoningen aangebracht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van isolatieplaten en folies. Er zijn verschillende soorten materialen die kunnen worden aangebracht in de spouwmuren in de nieuwbouw. Zo worden onder andere isolatieplaten en folies toegepast. De materialen die hiervoor gebruikt kunnen worden zijn glaswol, steenwol maar ook kunststoffen zoals geëxpandeerd polystyreen (EPS), geëxtrudeerd polystyreen (XPS), polyurethaan (PUR), resolhardschuim (PF) of polyisocyanuraat (PIR). Vaak wordt de spouwisolatie ook voorzien van folie die werkt op basis van reflectie. Deze folie reflecteert als het ware de warmte terug zodat deze niet verspild wordt. Deze folie wordt bijvoorbeeld ook op plaatisolatie aangebracht waardoor de isolatiewaarde omhoog gaat.
Organische spouwisolatie in nieuwbouw
Naast deze kunststoffen worden tegenwoordig ook organische isolatiematerialen gebruikt met een hoge isolatiewaarde. Zo kan spouwmuren isoleren met Biofoam, dit is een EPS variant gemaakt van melkzuur. Verder kan schapenwol als spouwisolatie worden gebruikt als deze daarvoor wordt behandeld. Ook plantaardige materialen zoals vlaswol en hennepwol kunnen na een behandeling geschikt worden gemaakt voor het isoleren van een spouwruimte.
Aanbrengen spouwplaatisolatie
In nieuwbouwwoningen worden tegenwoordig over het algemeen isolatie aan het binnenspouwblad aangebracht. Tussen deze spouwisolatie en het buitenspouwblad is nog een luchtlaag. Dit zorgt er voor dat het doorslaan van regenwater niet bij het isolatiemateriaal komt. de meeste isolatiematerialen zijn echter vochtafstotend maar toch is het niet ideaal om voortdurend vocht in het isolatiemateriaal te hebben. Water is namelijk geleidend en lucht en isolatiemateriaal werken isolerend. Bovendien zorgt de luchtlaag er voor dat het warmtetransport niet plaatsvind.
Opkomst spouwisolatie in de bouw
In 1973 werd het isoleren van spouwmuren ingevoerd op de bouw. Toen was er sprake van de zogenaamde oliecrisis en werden fossiele brandstoffen duurder. Toen men begon met spouwisolatie waren de gebruikte isolatiematerialen ongeveer 25 tot 50 mm dik. Later werden de isolatielagen in de spouw meestal dikker om hogere stookkosten te besparen en om een bijdrage te leveren aan de algehele energiebesparing. Soms werd de spouwisolatie tot wel 240 mm dik aangebracht. Veel woningen die gebouwd zijn voor 1976 bevatten geen spouwisolatie en zijn bovendien in het geheel niet goed geïsoleerd tenzij ze natuurlijk zijn gerenoveerd en energiezuiniger zijn gemaakt.
Spouwisolatie in bestaande woningen plaatsen
Oude woningen die voorzien zijn van een spouw maar geen spouwisolatie hebben kunnen echter wel worden geïsoleerd. In dat geval brengt men spouwmuurisolatie aan. Deze spouwmuurisolatie wordt ingespoten doormiddel van een gat in een van de spouwmuren. Daardoor bereikt men de spouwruimte die men vervolgens volpopmt met allemaal bolletjes van kunststof of schuim. De gaatjes die hiervoor worden geboord worden na het aanbrengen van de spouwmuurisolatie weer dichtgemaakt en weggewerkt. Door het aanbrengen van spouwmuurisolatie kan de isolatiewaarde van de spouw wel tot vier keer zo groot worden en dat is meestal direct merkbaar.