Verschil tussen voorlopig en definitief energielabel voor woningen?

Aan het begin van het jaar 2015 kregen ongeveer 5 miljoen woningeigenaren in Nederland een voorlopig energielabel. Dit voorlopige energielabel was gebaseerd op het type woning en het bouwjaar van de woning. Ook de woonoppervlakte werd bij het verstrekken van dit voorlopige energielabel in de beoordeling meegenomen. Daarnaast werd gebruik gemaakt van gegevens uit het WoonOnderzoek uit 2006. Het voorlopige energielabel is niet gebaseerd op de specifieke eigenschappen van de woning die later zijn aangebracht. Met dit voorlopige energielabel kreeg de woningeigenaar een globale indruk van de verwachte energieprestaties van de woning. Het voorlopige energielabel werd vrijblijvend en kosteloos versterkt aan de woningeigenaren in Nederland.

Het definitieve energielabel
Het voorlopige energielabel is inmiddels verleden tijd. Woningen die tegenwoordig worden verkocht en verhuurd moeten worden voorzien van een definitief energielabel. Dit is een wettelijke verplichting. Dit houdt in dat men een boete kan riskeren al men zich niet aan deze verlichting houdt.

Het definitieve energielabel van een woning geeft een veel beter beeld van het energieverbruik van de woning. De energieprestaties van de woning worden door een erkend expert beoordeeld. Via een speciale website van de Rijksoverheid kunnen mensen een aanvraag indienen voor het definitieve energielabel. Deze aanvraag gebeurd dus digitaal. In een stappenplan kan men bewijzen aanleveren van de energiebesparende maatregelen die zijn gedaan om de woning energiezuiniger te maken. De indiener van de aanvraag voor een energielabel kan in de aanvraag zelf aangeven welke deskundige of expert de bewijzen voor de energiebesparing van de woning mag beoordelen.

Wie deelt de woning in een bepaalde energieklasse?
Een expert, die BRL9500-gecertificeerd is, beoordeeld in welke energieklasse de woning valt als men alle energiebesparende maatregelen afzet tegen het verwachte energieverbruik van de desbetreffende woning. Hierbij wordt onder andere gekeken of er voorzieningen zoals zonnepanelen, een warmtepomp of een zonneboiler aanwezig is. Ook wordt gekeken naar de kierdichtheid, circulatieleiding en de
Rc-waarde, U-waarde en de ZTA-waarde. Ook HR-beglazing zoals HR+-glas of HR++-glas worden meegenomen in de beoordeling van de expert. De expert beoordeeld de woning op al deze aspecten en deelt de woning vervolgens in een bepaalde energieklasse. Deze energieklasse staat op het definitieve energielabel. Het definitieve energielabel geeft dus een veel beter beeld van de energieklasse dan het voorlopige energielabel.