Energie is belangrijk, immers, zonder energie komt niets in beweging. Energie wordt gehaald uit zogenoemde energiebronnen. Deze bronnen zijn zeer divers. Zo kan men energie opwekken door papier of hout te verbranden. Ook door het verbranden van fossiele brandstoffen, zoals aardolie, aardgas en steenkool kan men energie opwekken. Bij het verbranden van (fossiele) brandstoffen ontstaat warmte. Deze warmte wordt bijvoorbeeld gebruikt om water om te zetten in stoom. Bij dit omzetten van water tot stoom ontstaat een toename in volume. De stoom is in feite gasvormig water en heeft een grotere omvang dan het water dat hiervoor is omgezet. Door de toename in volume ontstaat druk, er ontstaat stoomdruk. Deze druk kan worden gebruikt om schoepen van turbines in beweging te brengen zodat elektrische energie kan worden opgewekt. Dit proces om elektrische energie op te wekken wordt onder andere in kolencentrales toegepast.
Bij het verbranden van (fossiele) brandstoffen komt in meer en mindere mate Co2 vrij. Naast deze schadelijke koolstofdioxide komen er tijdens het verbranden van de brandstoffen verschillende andere schadelijke stoffen in de atmosfeer. Omdat deze emissie voor het verontreinigen van de lucht zorgt kijkt men uit naar andere energiebronnen.
In de natuur zijn ook duurzame energiebronnen aanwezig. Het gaat hierbij vooral om zonlicht en wind, echter ook stromend water kan tot de natuurlijke energiebronnen worden gerekend evenals aardwarmte. Deze energiebronnen worden duurzaam genoemd omdat ze in feite niet op kunnen raken. De natuurlijke energiebronnen zijn dus altijd aanwezig.
Maar nu is de vraag: hoe wenden we deze energiebronnen aan? Daarover zijn zeer veel verschillende meningen. Allereerst is er meestal techniek nodig om de energie uit de natuur om te zetten in voor mensen bruikbare energie zoals elektrische energie.
Men kan bijvoorbeeld gebruik maken van een zonnecel, windmolen of een schoepenrad om energie uit zonlicht, wind of water om te zetten in elektrische energie. Het gebruik van zonnecellen in bijvoorbeeld zonnepanelen stuit over het algemeen op weinig weerstand. Ook bij het plaatsen van watermolens met schoepen in rivieren krijgt men weinig weerstand.
Dit is echter een ander geval bij het plaatsen van windmolens. Als men overweegt om windmolens te plaatsen moet men in overleg met mensen die in de buurt van de windmolens zullen gaan wonen. Een uitzicht op een windmolen vindt niet iedereen leuk. Daarnaast produceren windmolens geluiden en zogenoemde slagschaduw. Dit is niet alleen hinderlijk er zijn steeds meer berichten te vinden op internet over de schade van deze windmolens. Daarbij heeft men het zelfs over termen al ‘vogelkiller’ omdat de wieken van de winmolens vogels zouden doodslaan.
Een belangrijk practisch nadeel van energie uit wind en zon is dat deze energie niet goed kan worden opgeslagen. Omdat de wind en de zon niet altijd evenveel kracht hebben is het moeilijk om een duidelijke inschatting te maken van de energieproductie. Er zal bij weinig wind en weinig zon toch vaak gebruik moeten worden gemaakt van kolencentrales.
Deze tekst begint met de kop: hoe moeten we verantwoord energie opwekken? Bovenstaande voorbeelden van manieren waarop energie kan worden opgewekt zijn bekend. Ook de voordelen en nadelen van deze energiebronnen zijn bekend. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Daarbij zal men zeker ook met de directe en indirecte omgeving rekening moeten houden. De directe en indirecte omgeving vormen in feite samen het milieu.
Nederland moet niet zo maar achter andere landen aan lopen als het gaat om energie opwekken. In plaats daarvan moet Nederland zelf nieuwe oplossingen bedenken, uitwerken, proberen en produceren.