Zorgen over Wet Werk en Zekerheid nemen toe in 2016

Gisteren verweerde minister Lodewijk Asscher zich nog over het effect van de Wet Werk en Zekerheid. Hij gaf aan dat de hoeveelheid vaste contracten die verstrekt zijn na de wet een belangrijk teken zijn dat de wet effect heeft. De Wet Werk en Zekerheid bereikt volgens hem het gewenste doel. Natuurlijk verdedigd de minister zijn eigen wet alleen komt hij daarmee voor steeds grotere moeilijkheden te staan. In het bedrijfsleven en op de arbeidsmarkt is men negatief over de uitwerking van de Wet Werk en Zekerheid. Ook in de Tweede Kamer laten steeds meer partijen hun kritiek horen over de wet.

Doel Wet Werk en Zekerheid
De Wet Werk en Zekerheid wordt ook wel de nieuwe flexwet genoemd. Minister Asscher van werkgelegenheid heeft de wet ingevoerd om werkgevers er toe aan te zetten om meer vaste contracten te verstrekken aan hun personeel. Het aantal flexcontracten moest eveneens door de flexwet worden beperkt. Ondanks die duidelijke doelstellingen zorgt de wet niet voor het gewenste resultaat.

Wat vindt de Tweede Kamer van de flexwet?
De leden van de Tweede Kamer behoren tot verschillende politieke partijen en vertegenwoordigen een groot deel van de Nederlandse bevolking en het Nederlandse bedrijfsleven. De oppositie houdt de ministers van de coalitie scherp om datgene te doen waarvoor ze zijn opgesteld, namelijk onder andere het bevorderen van de werkgelegenheid in Nederland.

Er heersen op dit moment zorgen in de Kamer over de Wet Werk en Zekerheid. Er ontstaan steeds meer signalen dat de wet niet de gewenste uitwerking heeft op de arbeidsmarkt. Nieuwswebsite NU.nl heeft deze conclusie gebaseerd op een rondgang onder  diverse politieke partijen in de Kamer. Tijdens deze rondgang uitten zowel coalitiepartners als oppositiepartijen kritiek op de Wet Werk en Zekerheid.

Wat vinden politieke partijen van de flexwet?
Het terugdringen van flexcontracten en aanmoedigen van werkgevers om meer vaste contracten te verstrekken is het belangrijkste doel van de flexwet. Volgens VVD-Kamerlid Bas van ’t Wout zorgt de flexwet voor problemen maar is het moeilijk te zeggen hoe groot de problemen precies zijn. Volgens hem zijn vooral midden- en kleinbedrijven terughoudend om mensen nog aan te nemen vanwege de strengere ontslagregels. Daarmee wordt het tegenovergestelde effect van de wet bewerkstelligd volgens hem.

PvdA’er Roos Vermeij benoemde dat de doelstelling van de Wet Werk en Zekerheid om ontslagprocedures te versnellen en ontslagprocedures eerlijker te laten verkopen niet helemaal gehaald gaat worden. Roos Vermeij is partijgenoot van minister Asscher en zij geeft aan dat de intentie van de wet wel door iedereen wordt ondersteund. We willen meer vaste banen aldus Vermeij.

Transitievergoeding
Kamerlid Steven van Weyenberg van D66 geeft aan dat de transitievergoeding niet effectief is. Deze vergoeding moet wat deze partij betreft op de schop. Men moet de vergoeding volgens Weyenberg daarvoor gebruiken waar de vergoeding voor bestemd is namelijk scholing. Nu mogen vertrekkende werknemers de vergoeding overal aan besteden.

Seizoenswerk
Vooral seizoenwerkers merken de negatieve gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid. Pieter Heerma die Kamerlid is van het CDA benoemd dit. Voor sectoren waar veel seizoenswerkers werken zoals de recreatiesector, de tuinbouw, en de horeca pakken de regels van de wet negatief uit. Seizoenswerknemers verliezen volgens Heerma juist hun baan in plaats van dat ze eerder een vast contract krijgen van hun werkgever. Dat kan volgens Heerma niet de bedoeling zijn van de Wet Werk en Zekerheid.

Reactie van Technisch Werken
Door vast te houden aan de zogenaamde positieve effecten van de Wet Werk en Zekerheid plaatst minister Asscher zich steeds meer in een politiek isolement. De “werkelijkheid” die hij ziet sluit niet aan bij de werkelijkheid die bedrijven en werknemers op de arbeidsmarkt zien en merken. Bedrijven hebben moeite met de strengere ontslagregels en het betalen van een transitievergoeding. Deze transitievergoeding wordt als een soort boete gezien. Bedrijven zijn meestal niet bereid om de transitievergoeding te betalen. Daarnaast moeten bedrijven na een twee jaar aaneengesloten dienstverband hun werknemer een vast contract aanbieden indien hij of zij de werkzaamheden bij het bedrijf voortzet.