Vooroorlogs staal van de zeebodem bevat minder radio-isotopen dan jonger staal

In november 2016 kwam in de Nederlandse media het verbazingwekkende nieuws naar buiten dat er een aantal Nederlandse oorlogsschepen van de zeebodem van de Javazee zijn verdwenen. In eerste instantie zou men kunnen denken dat de schepen zijn verdwenen doordat mensen op jacht zijn gegaan naar oorlogsmateriaal. Het schenden van schepen is strafbaar. Zeeschepen die tijdens veldslagen tot zinken zijn gebracht en menselijke resten bevatten worden beschouwd als oorlogsgraven. Het schenden van deze oorlogsgraven wordt als een misdaad beschouwd ook wanneer deze oorlogsgraven in andere kustwateren dan de kustwateren van het eigen land liggen.

Het schenden van scheepsgraven zoals oorlogsschepen die zijn vergaan tijdens zeeslagen komt regelmatig voor. Meestal blijft dan echter een groot deel van het schip in tact. In de Javazee zijn de schepen vrijwel geheel van de bodem verdwenen. Het verwijderen van complete schepen van de zeebodem is echter niet eenvoudig. Dat vereist een goede voorbereiding en zeer veel inspanning van mens en machine. Daarnaast is het bergen van schepen van de zeebodem zeer kostbaar. De mensen of bedrijven die zich daar mee bezig houden moeten daardoor zeker zijn van de waarde van de schepen en moeten bereid zijn om investeringen te doen. Daarnaast moeten de bedrijven bovendien de brutaliteit en immoraliteit hebben om de scheepsgraven te schenden. Dit alles blijkt echter een aantal bedrijven en personen er niet van te weerhouden om het scheepstaal van de oorlogsschepen van de zeebodem te halen.

Waarom is het scheepsstaal van oorlogsschepen zoveel waard?
Men kan zich afvragen waarom men zo graag het staal van de oude zeeschepen wil hebben. Is dit staal bijvoorbeeld meer waard dan het staal dat op dit moment verkrijgbaar is? Ik las gisteren echter een bericht op de website van de NOS dat misschien opheldering kan bieden over deze kwestie. Dit bericht was gebaseerd op een interview dat werd gehouden met Henk Bussemaker. Toen hij het nieuws te horen kreeg van de Nederlandse oorlogsschepen die zijn verdwenen van de bodem van de Javazee kwamen er bij hem herinneringen naar boven. De vader van Henk Bussemaker was kapitein Anton Bussemaker. Deze meneer was kapitein van een Nederlandse onderzeeër die in 1941 tot zinken werd gebracht. Dit wrak werd gevonden in 1995 op de zeebodem maar bleek een aantal jaren later, in 2013, vrijwel geheel van de zeebodem te zijn verdwenen. Bussemaker maakte in Radio EenVandaag duidelijk dat het duiklichaam van de duikbodem op de zeebodem was achtergebleven en dat de rest van de duikboot van de zeebodem werd verwijderd.

Oud scheepsstaal van de zeebodem levert geld op
Henk Bussemaker heeft een boek over zijn vader geschreven. Hij heeft wel een vermoeden waarom de oude scheepswrakken van de zeebodem worden afgehaald. Dit heeft volgens hem te maken met het staal van deze schepen. Dit staal zou veel geld waar zijn. Bovendien zijn de arbeidskrachten rondom de Javazee niet duur. Deze willen voor ongeveer anderhalve cent per uur werken aldus Bussemaker. Verder zijn deze arbeidskrachten niet veeleisend op het gebied van veiligheid en gezondheid. Als er ongelukken gebeuren heeft niemand daar problemen mee. Dat is voor foute werkgevers zeer aantrekkelijk.

Het vooroorlogse schroot op de zeebodem is waardevol. Dit materiaal is meer waard dan schroot van een latere datum. Dat komt omdat er in staal dat later geproduceerd is meer radio-isotopen zitten. Deze radio-isotopen kwamen in de atmosfeer doordat er in de Tweede Wereldoorlog twee atoombommen tot ontploffing  zijn gebracht. Daardoor ging ook de achtergrondstraling overal ter wereld omhoog. Als men staal produceert komen  de isotopen in het staal. Een radio-isotoop is een isotoop dat radioactieve straling uitzend. Scheepswrakken die op de bodem van de zee lagen voor de ontploffing van de atoombommen zijn door het zeewater voldoende afgeschermd geweest voor de verhoogde achtergrondstraling.

Bij veel staalproducten is het geen probleem dat radio-isotopen tijdens de productie in het staal zijn terechtgekomen. Voor sommige staalproducten is het echter wel van belang dat het staal niet besmet is met radio-isotopen. Hierbij kan men denken aan medische apparaten en stralingsmeters. Ook voor de ruimtevaart en luchtvaart maakt men gebruikt van ‘stralingsneutraal’ staal. De heer Bussemaker geeft aan dat hij heeft gehoord dat het staal van een oude onderzeeër 1 miljoen euro kan opleveren. Voor oude kruisers zou ongeveer 8 miljoen worden betaald.  Het schenden van zeegraven is echter verboden en wordt beschouwd als grafschennis.