Verwachtingen arbeidsmarkt 2014 een overzicht

De arbeidsmarkt zal volgens de website Technisch Werken in 2014 stabiliseren. Een verdere verslechtering van de arbeidsmarkt is niet aannemelijk omdat de economie in 2013 over haar dieptepunt heen is geklommen. Aan het einde van 2013 merkten uitzendbureaus in de meeste sectoren een groei in het aantal uitzenduren. Ook de omzet nam hierdoor toe. Uitzendbureaus zijn een belangrijke graadmeter voor de economie. Alleen de zorgsector blijkt moeizaam uit haar dal omhoog te kunnen klimmen. Hieronder staan een aantal teksten over verschillende aspecten van de huidige arbeidsmarkt. Daarnaast is aangegeven wat de verwachtingen zijn voor de arbeidsmarkt in 2014.

Voorspellen is lastig
Natuurlijk is het lastig om een exacte prognose over de arbeidsmarkt van 2014 te geven. De meeste economische experts hebben de economische crisis niet kunnen voorspellen. De paar economische experts die de crisis toevallig wel hadden voorspeld hebben hier behoorlijk munt uit geslagen. De toekomst voorspellen is niet eenvoudig. Een belangrijk aspect voor de economie is vertrouwen. Hierbij kan gedacht worden aan consumentenvertrouwen maar ook vertrouwen van banken in bedrijven zodat kredieten kunnen worden verstrekt. Daarnaast is het belangrijk dat men vertrouwen heeft in het beleid van de Nederlandse regering. Deze regering kan een belangrijke of zelfs doorslaggevende rol spelen in het scheppen van een economisch gunstig klimaat voor werkgevers en werknemers.

Hoewel het economisch herstel nu met zeer geringe cijfers aantoonbaar is wijkt de regering nog niet van haar bezuinigingsbeleid. Of dit verstandig is zal de toekomst moeten laten blijken. Het is helaas wel zo dat de regering van Nederland niet volledig zeggenschap heeft met betrekking tot de inkomsten en uitgaven van overheidsgeld in Nederland. Europa wil meebeslissen over wat er in de Europese landen gebeurd. Strenge richtlijnen met betrekking tot het begrotingstekort zorgen er voor dat landen niet vrij zijn in hun economisch beleid.

Beïnvloeding van de arbeidsmarkt in Nederland
Nederland heeft de afgelopen jaren te maken gehad met een stijgende werkloosheid. Deze stijgende werkloosheid zorgt er voor dat de regering stijgende kosten heeft met betrekking tot het verstrekken van uitkeringen. Hoe meer uitkeringen worden verstrekt hoe meer de regering op andere kostenposten moet gaan bezuinigen. De regering zoekt naar allemaal opties om de last van de uitkeringen af te schuiven naar andere partijen. Een voorbeeld hiervan is werkgevers langer verantwoordelijk te houden voor het betalen van ziektegeld en re-integratie van werknemers. Dit is voor de regering een kostenbesparing. Voor werkgevers is dit een enorm risico dat misschien met dure verzekeringen kan worden afgedekt. Werkzoekende op de arbeidsmarkt die een medisch verleden hebben kunnen echter rekenen op terughoudendheid van bedrijven tijdens een sollicitatieprocedure. Bedrijven zullen van te voren willen weten of iemand het bedrijf veel geld gaat kosten omdat hij of zij in het verleden regelmatig ziek is geweest.

De voorstellen van de regering hebben invloed op de arbeidsmarkt. Ook het versoepelen van het ontslagrecht heeft een grote invloed op de in-, door- en uitstroom van personeel. Bedrijven zullen de kans aangrijpen om medewerkers die niet goed functioneren of regelmatig verzuimen uit het bedrijf te zetten zonder een torenhoge ontslagvergoeding. De vergoeding voor het ontslaan van een medewerker moet daarnaast volledig besteed worden aan het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt voor de medewerker. Een bedrijf ontslaat een medewerker echter niet voor niets. Wanneer een opleiding of training een significante bijdrage zou leveren aan het functioneren van de medewerker zou het bedrijf dit ook intern hebben kunnen doen zodat de medewerker zijn of haar plek binnen de organisatie kon behouden.

Bedrijfseconomische aspecten
Natuurlijk kunnen bedrijfseconomische aspecten een rol spelen wanneer een bedrijf besluit om afscheid te nemen van een medewerker. In dat geval heeft een opleiding of training om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten meer zin. Daarbij moet echter niet uit het oog verloren worden dat een bedrijf die een medewerker ontslaat in een bepaalde branche actief is. Het is aannemelijk dat de ontslagen medewerker het meeste kans op werk heeft in dezelfde branche. Bedrijfseconomische problemen zijn echter in de meeste gevallen branche breed. Denk hierbij aan de problemen in bouwsector. Slechts enkele bouwbedrijven draaien goed maar niet zo goed dat ze veel extra personeel kunnen gebruiken.

Omscholing en kansen op de arbeidsmarkt
Personeel dat ontslagen wordt om bedrijfseconomische redenen moet rekening houden met omscholing. Hierdoor kan het personeel ook in een andere branche aan de slag. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het blijkt erg moeilijk om een geschikte branche te vinden waar omscholing nuttig voor is. In welke branche is veel vraag naar personeel en is weinig personeel beschikbaar? Daarnaast moet personeel geschikt gemaakt kunnen worden doormiddel van een korte omscholing. Wat de overheid of de re-integratiebureaus ook beloven, dit is een utopie. Er is vrijwel geen enkele branche in Nederland waar men met een korte omscholing volop kans op werk heeft.

In de meeste branches die een groei doormaken is voldoende personeel beschikbaar om aan de vraag te voldoen. Het heeft geen nut om de arbeidsmarkt te overspoelen met pas omgeschoolde arbeidskrachten die teleurgesteld worden omdat de beloofde kansen toch gering blijken te zijn.

Omscholing naar de technische branche
De regering en de opleidingsinstellingen schreeuwen het bijna uit dat er veel vraag is naar technisch personeel. Het is jammer dat opleidingsinstellingen hierbij een commercieel belang hebben en daardoor niet duidelijk aangeven wat nu precies de wensen zijn van de technische branche. In de techniek is inderdaad behoefte aan technisch personeel. Dit is niet personeel wat een paar jaar opleiding heeft genoten. Men zoekt specialisten die een gedegen opleiding hebben gehad en over jarenlange praktijk ervaring beschikken. Daarnaast moet technisch personeel in staat zijn om oplossingen te bedenken voor technische problemen. Onderhoud, revisie en reparatie zullen in de toekomst belangrijker worden dan assemblage en nieuwbouw van machines en werktuigen.

Het in elkaar zetten van machines en onderdelen is over het algemeen eenvoudiger dan het zoeken naar storingen in bestaande machines en het repareren daarvan. Voor storing zoeken en repareren is echter veel meer kennis nodig. Dit is niet eenvoudig en leer je niet binnen een paar jaar op school. Omscholing van iemand buiten de techniek naar de technische branche is een leuk initiatief maar op een paar uitzonderingen na compleet kansloos. Op die manier wordt de arbeidsmarkt alleen maar voorzien van meer goedbedoelde gemotiveerde werkzoekenden die een hoop teleurstellingen staan te wachten. Het zou de overheid, re-integratiebureaus en opleidingsinstituten sieren wanneer ze een eerlijk verhaal zouden houden naar hun cliënten over de techniek. In 2014 zal de technische branche vermoedelijk haar herstel voortzetten. De bouw zal echter ook in 2014 nog niet volledig hersteld zijn. Wel zal naar verwachting de ergste krimp in deze sector achter de rug zijn.

Stabilisatie is de kern voor 2014
De meeste branches zullen zich stabiliseren. Dit houdt in dat ze niet verder zullen krimpen maar ook niet een enorme stijging door zullen maken. Dit is natuurlijke een veilige voorspelling. Na een periode van een daling komt men op een gegeven moment op het diepste punt en zal men van daaruit weer langzaam naar boven moeten gaan. Het moment waarop het diepste punt is bereikt is lastig in te schatten. Toch lijken de eerste positieve tekenen van groei die uit de uitzendbranche naar voren komen hoopvol. Daarnaast is ook het CBS minder negatief dan de afgelopen jaren. Bedrijven en ook werkzoekenden geven daarnaast ook positieve signalen af. De regering is echter nog wel bezorgd over de komst van arbeidsmigranten uit Oost Europa.

Arbeidsmigranten een gevaar of niet?
Arbeidsmigranten vormen geen gevaar voor de arbeidsmarkt in Nederland wanneer ze maar eerlijk behandeld worden. Het moet in Nederland eerlijker worden op de arbeidsmarkt. Het moet niet uitmaken waar iemand vandaan komt, iedereen moet een salaris verdienen conform de cao waarin het bedrijf actief is. Wanneer bedrijven buitenlandse werknemers bewust lager betalen zijn ze goedkoper dan Nederlandse arbeidskrachten. Dit is natuurlijk een kostenbesparing voor het bedrijf. Buitenlandse werknemers krijgen soms allemaal netto vergoedingen van bedrijven om de lage loonkosten te compenseren. De doelstelling hiervan is het drukken van de kosten voor een bedrijf en het betalen van zo weinig mogelijk loonbelasting.

Deze werkwijze is de overheid een last. Daarom wil de overheid deze misstanden aanpakken door afspraken te maken met de landen waar de arbeidsmigranten vandaan komen. Dat is natuurlijk goed maar het helpt nauwelijks. Wat voor belang hebben de Oost Europese landen bij het controleren op deze werkwijze? Daarnaast kost het die landen veel te veel tijd en geld om controles uit te voeren. Veel arbeidsmigranten besteden daarnaast het salaris dat ze in Nederland hebben verdiend in hun thuisland. Dat is alleen maar goed voor de economie van dat thuisland.

De Nederlandse economie is er echter niet bij gebaat. Die loopt door vage constructies belastinggeld mis. Het zou in Nederland verplicht moeten zijn dat elke werknemer in Nederland hetzelfde salaris zou verdienen wanneer deze precies dezelfde werkzaamheden uitvoert. Hierbij moet niet gekeken worden naar achtergrond of land van herkomst. Wanneer de overheid en bedrijven deze criteria hanteren is de uitbuiting voorbij en heeft iedereen een eerlijke kans op een baan. Bedrijven zullen dan iemand beoordelen op zijn of haar kwaliteiten in plaats van de loonkosten.

Iets wat veel bedrijven als positief punt ervaren van arbeidsmigranten is hun arbeidsethos. Veel arbeidsmigranten uit bijvoorbeeld Polen en Hongarije werken hard. Ze maken zonder klachten overuren. Dat is voor veel bedrijven wel een belangrijke extra factor die meespeelt bovenop de lage loonkosten. Werknemers in Nederland kunnen in sommige gevallen veel leren van de werkhouding van arbeidsmigranten.

Het beste arbeidsethos voor 2014
Een goed arbeidsethos vergoot je kansen op de arbeidsmarkt. Het vinden van werk is natuurlijk van meer factoren afhankelijk zoals loopbaan, opleidingen, vervoer en de plek waar je woont. Toch heeft ook het arbeidsethos een belangrijke invloed op het vinden van werk. Motivatie staat hierin centraal. Wanneer een werkzoekende een aantal teleurstellingen te verwerken heeft gehad moet dat er niet voor zorgen dat er vermindert gezocht wordt naar werk. Werkzoekenden moeten hun eigen kansen goed inschatten en hard werken om hun kansen te verbeteren. Dit kan doormiddel van sociale media, persoonlijke netwerken, schrijven van sollicitatiebrieven en het inschrijven bij een uitzendbureau. Onderscheiden van andere werkzoekenden is moeilijk. Een gerichte sollicitatie zorgt er al voor dat je veel sollicitanten die solliciteren uit verplichting achter je laat.

Iemand die in bezit is van een baan zal zich flexibel moeten opstellen. Bedrijven moeten namelijk ook flexibel inspelen op de vraag van hun klanten. Dit vereist een flexibele bedrijfsvoering. Personeel dient zich daaraan aan te kunnen passen. Bedrijven willen daarom graag dat werknemers open staan voor veranderingen. Personeel kan doormiddel van een verbreding van een takenpakket in een bedrijf op verschillende posities ingezet worden. Daardoor kunnen bedrijven makkelijker schakelen tussen de producten en diensten die geleverd worden aan klanten.

Naast flexibiliteit is ook leergierigheid een belangrijk onderdeel voor het beste arbeidsethos voor 2014. Werknemers zullen zich moeten blijven ontwikkelen. Dit is niet alleen in de techniek belangrijk. De opkomende economieën in de wereld zorgen voor een stevige concurrentie die alleen met hoogwaardige kwaliteit kan worden tegengegaan. De producten en diensten in Nederland moeten beter zijn dan die in het buitenland. Op het gebied van productiekosten kan Nederland de slag bijna niet winnen. De automatisering van productieprocessen zorgen er weliswaar voor dat de productiekosten omlaag gaan maar lageloonlanden kunnen in de meeste gevallen zo goedkoop produceren dat zelfs de transportkosten worden terugverdient. Een leergierige houding die vindingrijk is en open staat voor nieuwe processen en producten is van groot belang voor 2014 en de periode daarna.