Verbod op onveilige ‘internet of things’ apparaten vanaf 2016?

Internet of things kan in het Nederlands worden vertaald met het internet der dingen. Feitelijk is dit een manier van communiceren tussen apparaten onderling doormiddel van internet. Dit zorgt er voor dat het woongenot en het gebruiksgemak van consumenten kan worden bevordert.  Er zij  echter ook veiligheidsrisico’s aan internet of things verbonden.

Daarom willen sommige stemmen in de politiek dat er officiële veiligheidsstandaarden komen die gelden voor apparaten die onderdeel uitmaken of aangesloten zijn op het zogenoemde internet of things. Deze veiligheidsregels moeten worden verplicht gesteld. Apparaten die daar niet aan voldoen moeten worden verboden. Dat internet of things vveilig moet zijn is logisch.

Veel apparatuur dat aangesloten is op een digitaal netwerk heeft te maken met het welzijn en de veiligheid van mensen. Denk aan een deurvergrendeling of camera’s.  Als criminelen via internet in kunnen breken op deze systemen kunnen de gevolgen gevaarlijk zijn. Experts zien daarom apparaten die aangesloten zijn op internet als een potentiële bedreiging voor de veiligheid van consumenten. Daarom moeten er duidelijke regels worden opgesteld.  Dit moet op Europees niveau gebeuren. Apparatuur die niet de veiligheid van de consument kan garanderen moet worden verboden.