Technische arbeidsmarkt medio 2013

De technische markt lijkt na de bouwvak weer een beetje aan te trekken. Voor de bouwvak was de markt behoorlijk rustig en maakten technische bedrijven nauwelijks gebruik van flexwerkers. Hierdoor probeerden ze de kosten te drukken. Tijdens de bouwvak kwamen veel bedrijven er achter dat ze met hun eigen personeel onvoldoende  capaciteit kunnen creëren om aan de vraag van hun klanten te voldoen. Dit heeft voornamelijk te maken met de druk die klanten uitoefenen op bedrijven.

Bedrijven kunnen hun werkzaamheden minder spreiden omdat hun klanten eisen dat hun opdrachten zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De druk op de materiaalstroom en het personeel wordt daardoor vergroot. Bedrijven kunnen pieken in de productie wel oplossen door overwerk maar dat is slechts een tijdelijke oplossing. Overwerk zorgt op de duur voor vermoeidheid bij personeel waardoor de kwantiteit en kwaliteit van het werk minder wordt.

Inlenen van flexwerkers is een oplossing die de werkdruk van de eigen medewerkers op acceptabel niveau houdt. In 2013 zijn er (helaas) veel goede technische arbeidskrachten beschikbaar. Naast bouwvakkers, installatiemonteurs en elektromonteurs zijn ook in de werktuigbouwkunde veel medewerkers op zoek naar werk. Een contract bij een bedrijf ligt door de economische crisis vaak buiten hun bereik. Daarom is ook voor deze werkzoekenden een uitzendperiode een uitkomst. Ze kunnen werken in het beroep dat bij hun cv aansluiting bied.

Voor bedrijven is er voldoende keuze om de juiste flexwerker te selecteren die past binnen het bedrijf. Ook kan de inleenperiode gebruikt worden om een medewerker in te werken en te beoordelen op de geschiktheid voor de functie. Na afloop van een half jaar is het voor een bedrijf vaak mogelijk om een medewerker van een uitzendbureau over te nemen en een contract aan te bieden. Een bedrijf heeft na de inleenperiode een goed beeld van de kwaliteit die een medewerker bied. Ook de medewerker kan dan goed inschatten of het bedrijf goed bij hem of haar past.