Schijnconstructies met arbeidsmigranten

De schijnconstructies die op de arbeidsmarkt ontstaan tussen bedrijven en arbeidsmigranten moeten worden aangepakt. Hierover wil minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken afspraken maken met zijn buitenlandse collega’s. Asscher gaat binnenkort naar Polen toe om met dat land afspraken te maken over de arbeidsmigratie. Dit heeft hij op donderdag aangekondigd in een gesprek met de Tweede Kamer.

Eerder had Asscher al afspraken gemaakt met Bulgarije en Roemenië. Lodewijk Asscher benadrukt het belang van afspraken tussen lidstaten over de arbeidsmigratie. Er moeten volgens hem aparte afspraken met lidstaten worden gemaakt omdat Brussel nog niet doordrongen is van de nadelen die arbeidsmigratie voor bepaalde landen met zich meebrengt. Brussel moet de schaduwkant van de arbeidsmigratie op de agenda zetten zodat er in Europees verband afspraken over gemaakt kunnen worden.

Malafide uitzendbureaus
Lodewijk Asscher is bang dat malafide uitzendbureaus de positie van arbeidsmigranten gaan uitbuiten om er zelf beter van te worden. Deze zouden volgens hem cao-afspraken ontwijken. Daarnaast zouden arbeidsmigranten de positie van Nederlandse werknemers kunnen verdringen. Nederlandse arbeidskrachten krijgen meer concurrentie door arbeidsmigranten met gemiddeld lagere lonen. De lonen en cao-afspraken tussen Nederlandse werknemers en bedrijven kunnen onder druk komen te staan.

Vrije verkeer van personen
Lodewijk Asscher benadrukte in de Tweede Kamer dat hij geen tegenstander is van arbeidsmigratie en het vrije verkeer van personen binnen Europese landen. Dit vindt hij een “belangrijke pijler” voor Europa. Hoewel Lodewijk Asscher de arbeidsmigratie wil aanpakken door overleg met verschillende landen zijn er partijen die dat niet genoeg vinden. De SP wil dat de arbeidsmigratie zoveel mogelijk wordt beperkt.

Reactie van Technisch Werken
De arbeidsmigratie vormt op dit moment al een probleem in een aantal technische sectoren. Er zijn verschillende technische bedrijven waar laaggeschoold technisch werk wordt uitgevoerd zoals assemblage van eenvoudige constructies en machines. Ook zijn er in Nederland veel bedrijven waarbij eenvoudige lasprocessen en posities worden gehanteerd op de werkvloer. Binnen die bedrijven zijn regelmatig Polen en Hongaren aanwezig om de werkzaamheden uit te voeren. De reacties en ervaringen van bedrijven met deze arbeidsmigranten is wisselend. Het personeel in de metaalbranche is echter verontrust. Er zijn in Nederland verschillende metaalarbeiders hun werk kwijtgeraakt door arbeidsmigranten die lagere lonen verdienen dan hun Nederlandse collega’s.

Het geld wat door deze arbeidsmigranten wordt verdiend komt meestal niet in de Nederlandse economie terecht maar wordt gestuurd naar de landen waar de arbeidsmigranten vandaan komen. De Nederlandse overheid en het Nederlandse bedrijfsleven loopt door deze gang van zaken geld mis. Ook de twijfelachtige manier waarop sommige arbeidsmigranten in aanmerking kunnen komen voor een uitkering baart zorgen. Verschillende documentaires op televisie hebben aangetoond  dat het voor arbeidsmigranten en andere buitenlanders die uit de EU komen relatief eenvoudig is om in Nederland een uitkering aan te vragen terwijl men binnen afzienbare tijd weer naar het thuisland vertrekt. De uitkering blijft doorlopen en de staatskas van Nederland wordt leger zonder dat het geld in eigen land wordt besteed. Een dubbel verlies dus.

De overheid doet er verstandig aan om de risico’s van arbeidsmigratie goed onder ogen te zien. Daarnaast moet het voor bedrijven financieel even aantrekkelijk zijn om Nederlandse arbeidskrachten aan te nemen als buitenlandse. Buitenlandse arbeidskrachten moeten doormiddel van wettelijke bepalingen evenveel gaan verdienen als hun Nederlandse collega’s. Dan zijn we benieuwd hoeveel bedrijven arbeidsmigranten aan het werk zetten.