Restschuld is probleem bij huizenverkoop 2014

In Nederland maken veel huiseigenaren zich zorgen over een restschuld bij een eventuele verkoop van hun woning. Een restschuld ontstaat wanneer een huiseigenaar een woning verkoopt tegen een lagere prijs dan het bedrag waarop de hypotheek is afgesloten. Het verschil tussen de hypotheek en het daadwerkelijk verkoopbedrag kan negatief zijn als de woning voor de economische crisis is aangeschaft. Toen waren de prijzen voor woningen jarenlang gestegen. Door de crisis is de betaalbaarheid van veel woningen voor de meeste mensen een probleem geworden. Nieuwkomers op de woningmarkt kunnen in verhouding tot een aantal jaar geleden minder eenvoudig een grote hypotheek afsluiten. Daardoor is de woningmarkt onder andere stil komen te liggen tijdens de crisis. Daarnaast speelt ook de onzekerheid over de eigen financiële mogelijkheden een rol.

De werkloosheid is opgelopen de afgelopen jaren. Werklozen kunnen minder eenvoudig een hypotheek afsluiten. Daarnaast hebben huiseigenaren die hun baan kwijt raken vaak moeilijkheden met het betalen van de hypotheek. Uit een  inventarisatie van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is naar voren gekomen dat veel eigenaren van huizen zich nog steeds zorgen maken over een restschuld. Sinds februari 2014 hebben 35.000 consumenten het informatiepunt bezocht over restschulden.

Restschuld is niet altijd een probleem
Een restschuld is niet altijd een probleem. Als een huis ‘onder water staat’ hoeft er nog niets aan de hand te zijn. Pas wanneer men de woning moet verkopen kan een restschuld eventueel voor problemen zorgen. Als een woning onder de Nationale Hypotheekgarantie valt kan men deze instantie raadplegen of de hypotheekschuld gedekt kan worden vanuit de NHG. Daarnaast is het vaak mogelijk om een restschuld mee te financieren wanneer men een nieuwe hypotheek afsluit. Hypotheekverstrekkers hebben volgens de NVB vaak meerdere mogelijkheden voor de woningeigenaren met een te hoge hypotheek ten opzichte van de waarde van de woning. Daarom is het volgens de NVB verstandig dat mensen deze instanties gaat benaderen in de zoektocht naar oplossingen voor restschulden.

De NVB gaat samenwerken met banken aan een verduidelijking over restschulden en de financiële  gevolgen van woningen die ‘onder water staan’ voor de woningeigenaren. Door duidelijkheid over deze onderwerpen te verschaffen hoopt de NVB dat consumenten minder onzeker worden op de woningmarkt. De duidelijkheid moet drempels wegnemen zodat consumenten met een restschuld contact opnemen met hun hypotheekverstrekker of bank.

Reactie van Technisch Werken
Voor de meeste mensen is de hypotheek de grootste schuld die ze hebben. Voor de crisis werd door veel makelaars en hypotheekverstrekkers beweerd dat de aanschaf van een woning een nuttige investering is die alleen maar meer zal opbrengen in de toekomst. De kredietcrisis en de daarop volgende economische crisis heeft voor veel mensen de ogen geopend. Aflossingsvrije hypotheken bleken een groter risico met zich mee te brengen dan veel mensen van te voren hadden gedacht. Eigen geld inleggen bij de aanschaf van een woning was volgens veel mensen en hypotheekverstrekkers niet verstandig. Tegenwoordig wordt hier anders over gedacht. De volledige aanschafwaarde van de woning lenen doormiddel van een hypotheek wordt nu als minder vanzelfsprekend beschouwd. Consumenten zullen de komende jaren een deel van de woning écht moeten kopen in plaats van de volledige aanschafprijs lenen van een hypotheekvestrekker. Dit zorgt voor een verlaging van het financiële risico en een verkleining van een eventuele restschuld. Deze restschuld zou dan namelijk afgedekt kunnen worden met het eigen geld dat de woningeigenaar zelf in de aanschaf van de woning heeft gestoken.

De mensen die nog met een restschuld zitten kunnen nu nog aanspraak maken op verschillende regelingen. De banken en andere hypotheekverstrekkers zullen wel tot maatwerk moeten overgaan omdat anders veel mensen persoonlijk failliet gaan en de hypotheekverstrekker het geld nooit weer terug ziet. Daarnaast zijn de financiële instellingen niet in de laatste plaats verantwoordelijk voor de té hoge hypotheken die veel mensen hebben. Er werd voor de crisis ingespeeld op de hebzucht van de consumenten. Daardoor werden dikwijls te hoge hypotheken afgesloten. Mensen kochten met een woning ook een bepaalde status. Woningen zijn tot op de dag van vandaag statussymbolen en er zijn veel mensen die daar heel veel voor over hebben. De banken en hypotheekverstrekkers zullen er nu alles aan moeten doen om een gezonden woningmarkt te realiseren. Dit begint met het aankweken van bewustwording bij woningzoekers.