Recordaantal octrooiaanvragen in Europa in 2014

In Europa wordt innovatie hoog op de politieke agenda gezet. Landen moeten nieuwe producten ontwikkelen om te kunnen concurreren met andere economieën in de wereld. Als men een nieuw product heeft ontwikkeld kan men een octrooi aanvragen. Dit kan bij het Europees Octrooibureau (EOB). Doordat hier octrooien worden aangevraagd heeft dit bureau een goed beeld van de innovatie in Europa. Het jaar 2014 was een goed jaar op het gebied van innovatie in Europa.

In dat jaar werden meer dan 273.000 octrooiaanvragen door het EOB ontvangen.  Dit is een recordaantal ten opzichte van de jaren daarvoor. In 2014 was het aantal octrooiaanvragen met drie procent gestegen ten opzichte van 2013 en dat jaar was ook al een record op het gebied van octrooiaanvragen. Deze cijfers tonen volgens Benoît Battistelli, de president van het octrooibureau, dat Europa een aanhoudende kracht ontwikkelt op het gebied van innovatie.

Andere landen in de wereld
Europa is echter niet het enige contingent waar innovatie een belangrijk speerpunt is. Ook in de Verenigde Staten wordt het belang van innovatie goed onder ogen gezien. In de VS nam het aantal octrooiaanvragen daarom ook toe. Hier was de toename 6,7 procent. Ook in een opkomende economie als China is innovatie van groot belang. In dat land werden maar liefst 16,8 procent meer octrooiaanvragen gedaan in 2014 ten opzichte van 2013. Zuid-Korea liet slechts een beperkte groei zien in het aantal octrooiaanvragen en Japan toonde zelfs een daling op dit gebied van min 3,8 procent.

Reactie van Technisch Werken
Europa zal moeten blijven vechten om haar positie in de wereldeconomie te behouden. De lonen liggen in Europa in verhouding tot landen als China en Brazilië hoog, daarom moeten hoogwaardige innovatieve producten worden ontwikkelt waarmee Europa de concurrentiestrijd aan kan gaan met andere landen en economieën. Innovatie is daarbij van groot belang.

Deze innovatie kan alleen plaatsvinden als daarvoor een gunstig innovatieklimaat wordt gecreëerd door  landen. Dit houdt in dat bedrijven de mogelijkheid en de middelen moeten krijgen om nieuwe producten en ontwikkelingen te bedenken en te produceren. Hiervoor zijn financiële middelen nodig maar ook kennis. Opleidingsinstituten moeten gericht zijn op de ontwikkeling van leerlingen als belangrijke toekomstige menselijke factoren in de kenniseconomie. Het kennisniveau van leerlingen en studenten moet omhoog. Echter met kennis alleen kom je er niet, het hangt er namelijk ook van af wat je met de kennis doet. In boeken en op internet is veel kennis te vinden maar daarmee moet ook geëxperimenteerd worden. Leerlingen en studenten moeten daar ook de ruimte voor krijgen.