Overheid investeert tot 2019 miljoenen om gelijke kansen in onderwijs te bevorderen

De Nederlandse overheid heeft het onderzoek van de Onderwijsinspectie over de ongelijke kansen van leerlingen in Nederland onder ogen gezien. Hierin staat dat leerlingen met hetzelfde niveau en dezelfde talenten in Nederland niet altijd dezelfde kansen krijgen op hoger onderwijs. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het gezin waarin je geboren wordt een belangrijke invloed heeft op de opleidingen die je gaat volgen en je uiteindelijke loopbaan. Deze conclusie kwam hard aan bij de overheid.

Minister Bussemaker van Onderwijs wil meteen actie ondernemen. De is van plan om voor de komende drie jaar in totaal 87 miljoen euro te investeren om ongelijkheid in het onderwijs aan te pakken. Het is de bedoeling dat met dit geld de kinderen van laagopgeleide ouders weer dezelfde kansen moeten gaan krijgen als de kinderen die uit een hoger sociaal milieu komen. Op maandag 31 oktober wordt door minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker verteld wat hun aanpak is van deze situatie.

Ze zullen onder andere gaan vertellen dat ze miljoenen extra gaan investeren in onder meer schakelklassen. Deze schakelklassen zijn bedoeld om leerlingen te ondersteunen bij hun ontwikkeling om zodoende op een hoger niveau te komen. Hierdoor kunnen ze ook doorstromen naar een hogere opleiding. De schakelklassen zijn onder andere bestemd voor basisschoolleerlingen die van huis uit weinig begeleiding krijgen van hun ouders bij huiswerk en hun schoolprestaties. Deze leerlingen worden in een schakelklas op niveau gebracht voor bijvoorbeeld de havo terwijl ze eerder nog een vmbo-advies hadden gekregen.

Naast schakelklassen wordt een deel van het geld ook gebruikt om kinderen van laagopgeleide ouders meer begeleiding te kunnen geven. Ook de ouders kunnen rekenen op ondersteuning. Ouders die bijvoorbeeld moeite hebben met lezen en schrijven en de Nederlandse taal kunnen hiervoor ook lessen volgen. Door deze taallessen kunnen ze hun eigen kinderen ook beter begeleiden. Ze kunnen bovendien beter de schoolbrieven en E-mails lezen en begrijpen. Daardoor kunnen de ouders beter betrokken raken bij wat er op school gebeurd en wat er van hun kinderen wordt verwacht tijdens de lessen en bij het maken van huiswerk.