Oost-Europese landen blokkeren detacheringsvoorstel EU in 2016

In Nederland en andere West-Europese landen is sprake van zogenoemde verdringing op de arbeidsmarkt. Verdringing is in feite niets anders dan dat autochtone Nederlandse werkzoekenden minder makkelijk aan een baan komen in eigen land omdat buitenlandse werknemers goedkoper dezelfde werkzaamheden kunnen uitvoeren. De Nederlandse arbeidsmarkt is niet gebaat bij deze situatie. Ook andere landen hebben te maken van verdringing. Daarom is er een voorstel ingediend om werknemers die in een ander EU-land aan de slag gaan hetzelfde salaris te geven als collega werknemers die hetzelfde werk uitvoeren in het gastland.

Voorstel verworpen
Dit voorstel stuit echter op weerstand van meerdere lidstaten. Met name Oost-Europese landen hebben moeite met dit voorstel. Het voorstel om de lonen gelijk te trekken werd door EU-commissaris Marianne Thyssen van Werk en Sociale Zaken gepresenteerd in maart 2016. Ze wilde met haar plan de oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt tegen gaan en tevens de uitbuiting van buitenlandse werknemers aanpakken. Op dit moment komt het vaak voor dat uitzendkrachten die afkomstig zijn uit andere landen lager worden betaald dan autochtone werknemers die dezelfde werkzaamheden uitvoeren. Uit economisch oogpunt is het daarom voor inlenende bedrijven aantrekkelijk om goedkopere buitenlandse krachten in te zetten dan werknemers die uit Nederland afkomstig zijn. In de praktijk komen veel van deze buitenlandse krachten uit Oost-Europa.

Deze landen hebben daarom geen last van verdringing op de arbeidsmarkt. Centraal- Europese en Oost-Europese landen hebben op dit moment weinig problemen met de huidige stand van zaken. SP-Europarlementariër Dennis de Jong vindt het maar vreemd dat bepaalde Europese lidstaten kennelijk niet erg vinden dat hun werknemers worden uitgebuit als ze worden gedetacheerd in andere lidstaten.  De Europarlementariër gaat proberen zo veel mogelijk steun van collega´s te krijgen. Hij wil Thyssen oproepen om vast te houden aan haar voorstellen. CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers geeft in een reactie aan dat dit een flinke domper is. Hij ziet de herziening als een noodzakelijk middel in de strijd  tegen verdringing op de arbeidsmarkt.

Reactie van Technisch Werken
Het is voor Nederland van groot belang dat het voorstel wordt aangenomen. Op onze arbeidsmarkt is sprake van oneerlijke concurrentie en bovendien van oneerlijke beloning. Dat zorgt er voor dat er een scheefgroei is opgetreden tussen de beloning van buitenlandse werknemers en Nederlandse werknemers. Deze scheefgroei past niet bij de wet en regelgeving van Nederland. In Nederland dienen bedrijven zich te houden aan de zogenoemde inlenersbeloning die ook wel equal pay wordt genoemd.

Dit houdt in dat uitzendkrachten en andere inleenkrachten hetzelfde beloond moeten worden als werknemers die op contractbasis werken bij de inlenende partij. De inlenersbeloning houdt daarmee feitelijk in dat werknemers altijd minimaal hetzelfde loon dienen te krijgen als de cao van de inlener voorschrijft. Het lijkt er op dat ingeleende buitenlandse krachten nog vaak via andere constructies een lagere beloning krijgen. Dat is natuurlijk juridisch twijfelachtig. Daarom moet er vanuit Europa eenduidige wetgeving komen om inlenende bedrijven te verplichten om alle werknemers ongeacht afkomst of herkomst hetzelfde te betalen als in de cao is vastgelegd. Dan is de arbeidsmarkt echt eerlijk.