Nederlandse huurwoningen in 2020 gemiddeld niet energiezuinig genoeg

De bouw- en installatiesector heeft aan de onderzoekers van Team Vier opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de ontwikkelingen met betrekking tot de verduurzaming van huurwoningen. Hierbij werd onder andere gekeken of de huurwoningen in Nederland wel duurzaam genoeg worden gemaakt om een energielabel B te kunnen ontvangen in 2020.

Onderzoek naar energiezuinigheid huurwoningen
Woensdag 16 maart 2016 werd de uitkomst van het onderzoek van Team Vier bekend gemaakt. Hieruit komt naar voren dat de huurwoningen in Nederland in 2020 waarschijnlijk niet zuinig genoeg zijn. Gemiddeld zullen de Nederlandse huurwoningen in dat jaar geen energielabel B mogen ontvangen omdat ze daarvoor te veel energie verbruiken. Eerder werd echter wel de afspraak gemaakt dat de huurwoningen wel dit label zouden moeten hebben.

Verhuurders benaderd voor energielabel
Verhuurders zijn verplicht om aan potentiële huurders een energielabel te tonen. De mogelijk huurders kunnen op basis van het energielabel een inschatting maken wat de energielasten zijn van de woning en hebben daarnaast ook een beeld van de positie van de huurwoning ten opzichte van andere huurwoningen die beschikbaar zijn. Kortom, potentiële huurders kunnen een serieuze afweging maken tussen huurwoningen op basis van energiezuinigheid.

Het energielabel voor huurwoningen zou verhuurders moeten aansporen om meer te investeren in duurzaam wonen. Toch blijkt uit het onderzoek dat ongeveer een derde van de ondervraagde verhuurders verwacht dat hun huurwoningen in 2020 gemiddeld geen energielabel B zullen hebben.

Doelstelling is energielabel A
De doelstellingen in het Energieakkoord zijn duidelijk. In 2030 moeten de huurwoningen in Nederland gemiddeld uitkomen op een energielabel A. In 2050 zouden de huurwoningen zo energiezuinig moeten zijn dat ze geheel energieneutraal zijn.

In Nederland beheren de woningcorporaties ongeveer 2,4 miljoen huurwoningen. Hiervan heeft slechts 24 procent een label A of B. Ongeveer 75 procent van de Nederlandse huurwoningen is dus minder energiezuinig dan een label B.

Het Energieakkoord werd in september 2013 gesloten. Voortvloeiend uit dit akkoord heeft de overheid 400 miljoen euro uitgetrokken voor het bevorderen van de verduurzaming. Het lijkt er nu op dat de woningcorporaties nog niet kunnen voldoen aan de richtlijnen.

Reactie van Technisch Werken
De doelstellingen van het Energieakkoord geven de woningcorporaties zelf de ruimte om te bedenken hoe ze de huurwoningen energiezuiniger kunnen maken. Het blijkt dat woningcorporaties zelf weinig prioriteit geven aan het verduurzamen van hun huurwoningen. Het lijkt er op dat de financiële prikkel ontbreekt. Als een huurwoning bijvoorbeeld niet duurzaam genoeg is dan draagt de woningcorporatie de hoge energielasten niet. In plaats daarvan draagt de huurder deze lasten. Voor de huurder is de prikkel wel aanwezig om voorzieningen te treffen waardoor de energielasten omlaag gaan.

De huurder wil echter zelf zo weinig mogelijk investeren in een woning die feitelijk niet van hem of haar is. Daarom zal de huurder de verhuurder hier op aanspreken. Als er echter weinig huurwoningen zijn, bijvoorbeeld in de Randstad, dan kan de woningcorporatie altijd wel op voldoende belangstelling voor de huurwoning rekenen. Dan speelt de energiezuinigheid van een huurwoning helemaal geen rol meer en kijkt men puur naar de beschikbaarheid van een huurwoning in een bepaald gebied. De woningcorporaties moeten een spreekwoordelijke ‘stok achter de deur’ hebben waarmee ze gedwongen worden om toch te investeren in verduurzaming.