Nederland heeft lage kosten voor windenergie op zee in 2019 maar het kan nog lager

Het internationale energieagentschap (IEA) heeft in een prognose aangegeven dat de kosten voor windmolens op zee wereldwijd zullen dalen. In het aankomende decennium zou de daling uitkomen op zo’n 40 procent. Volgens het IEA loopt Nederland in 2019 al voorop in vergelijking met andere landen op het gebied van de lage kosten voor windenergie. Er kunnen in Nederland in verhouding tot andere landen goedkopere windmolenparken op zee worden gebouwd.

Tegen 2030 zou de kostprijs per kilowatt offshore windenergie dalen naar 2.500 dollar. Dit heeft het IEA aangegeven in een rapport dat afgelopen vrijdag werd gepubliceerd. Volgens het IEA zitten veel windmolenprojecten in de Nederlandse kustwateren al rond deze prijs. Het ondiepe water is een belangrijk voordeel. Voor de kust van Zeeland, Noord-Holland en Zuid-Holland is het water redelijk ondiep. Dat maakt de kosten voor het plaatsen van een windmolenpark minder hoog. Daarnaast heeft ook de overheid er voor gezorgd dat het goedkoper wordt om windmolenparken te laten bouwen. Zo heeft het ministerie van Economische Zaken er voor gezorgd dat er concurrentie plaatsvind tussen de ontwikkelaars van windmolens en windmolenparken. Degenen die de windparken op zee tegen de scherpste prijzen kunnen bouwen mogen er mee aan de slag.

Sinds 2018 is duidelijk geworden dat nieuwe projecten die de voor de Hollandse kust worden ontwikkeld geen directe subsidie nodig hebben. De kostendaling is een gunstige ontwikkeling. De technologie vanuit de offshore windparken wordt steeds optimaler en daardoor ook belangrijker voor de toekomst. Toch komt er nog weinig energie vanuit windmolenparken op zee. Volgens het IEA is in 2019 ongeveer 0,3 procent van alle geproduceerde elektriciteit afkomstig van windmolens die op zee staan. De komende twee decennia zou deze capaciteit echter vervijftienvoudigen volgens het IEA.