Meer ontslagen door de Wet Arbeidsmarkt in Balans in 2020?

De Wet Arbeidsmarkt in Balans gaat bijna van kracht. Op 1 januari 2020 gaat deze desastreuze wet van kracht op de arbeidsmarkt. Het is duidelijk de overheid voert een keiharde strijd tegen flexwerk in Nederland. Hoewel Nederland ruim een miljoen zzp’ers kent, die over het algemeen vrijwillig kiezen voor het werken als flexibele zelfstandige, lijkt flexwerk nog steeds een vies woord. De overheid is echter zelf verantwoordelijk voor de populariteit van flexibel werk. Door de voortdurende onzekerheden van bedrijven op nationaal en internationaal vlak moeten ondernemers de pieken en dalen in hun productie wel opvangen met flexibele krachten zoals uitzendkrachten en oproepkrachten.

De onzekerheid is in de bouw en techniek alleen maar verder toegenomen door het twijfelachtige beleid van de overheid op het gebied van de stikstofemissie en de aanwezigheid van PFAS in de grond. Bouwbedrijven maar ook agrarische bedrijven zijn in paniek en merken dat ze moeilijker projecten kunnen uitvoeren hoewel er werk voldoende is. Bedrijven in deze sectoren kijken al kritisch naar hun personeelsbestand en overwegen al om afscheid te nemen van hun flexkrachten en zelfs van vaste krachten. Dat is voor veel bedrijven een zware en moeilijke beslissing. Gelukkig komt de overheid deze bedrijven te hulp met de Wet Arbeidsmarkt in Balans.

Bedrijven die twijfelen of ze afscheid moeten nemen van flexkrachten hebben met deze WAB precies het laatste zetje gekregen om flexwerkers te ontslaan of hun dienstverband niet te verlengen. De overheid zorgt er op deze manier voor dat er meer flexwerkers werkloos zullen worden en zo neemt het aanbod op de arbeidsmarkt weer toe. Dit aanbod aan werklozen zou overigens al toenemen vanwege de afnemende economische groei. Dat is voor de overheid echter niet genoeg. De overheid wil met haar wetgeving de werkloosheid verder aanjagen. Waarom? Misschien om meer balans te krijgen op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt komt op deze manier inderdaad meer in balans maar dan wel op compleet te verkeerde manier.