Krapte op de woningmarkt zorgt voor maximaal 205.000 woningverkopen in 2019

Er is in Nederland sprake van een zogenaamde krapte op de woningmarkt. Dit betekent in feite dat er te weinig woningen beschikbaar zijn om aan de vraag op de woningmarkt te voldoen. Er zijn dus meer mensen die woningen zoeken dan mensen die een woning te koop aanbieden. In het Kwartaalbericht over de woningmarkt geeft de Rabobank aan dat er in Nederland ongeveer 205.000 woningen verkocht zullen worden. Dit geeft Rabobank-econoom Nic Vrieselaar aan als reactie op het kwartaalbericht. Volgens de Rabobankeconoom zullen in 2020 nog ongeveer 195.000 woningen verkocht worden.

Door het beperkte aanbod op de woningmarkt zijn te-koop-staande woningen schaars geworden. Net als met andere producten die schaars zijn gaat de prijs omhoog. De prijzen van koopwoningen zijn echter voor veel Nederlanders in bepaalde regio’s onbetaalbaar geworden. De huren van woningen zijn echter ook omhoog gegaan waardoor huishoudens in feite geen kant meer op kunnen. Verhuizen naar een huurwoning kost over het algemeen meer geld en de aanschaf van een koopwoning kost al helemaal veel meer geld. Voor al in de grote steden van Nederland is dit probleem goed merkbaar. Doordat er weinig woningen te koop staan en er nauwelijks nieuwe woningen bij worden gebouwd is de crisis op de woningmarkt compleet.

Bouwbedrijven willen wel meer bouwen maar ook deze ondernemingen hebben een beperkte capaciteit. Daarnaast moet er met name in de grote steden gekeken worden waar er nog gebouwd kan worden. Veel grond is namelijk al bezet. Nieuwe bouwgrond wordt nauwelijks vrijgegeven en dat maakt het erg lastig voor mensen om een nieuwbouwwoning te kopen in drukke stedelijke gebieden. Steeds meer mensen wijken daarom uit naar kleinere steden die inmiddels ook de krapte op de woningmarkt gaan voelen. Veel mensen blijven daarom noodgedwongen zitten in een woning die niet geheel meer aan hun wensen voldoet. De woningmarkt zit op slot en het vertrouwen in de woningmarkt daalt steeds verder. Dat blijkt ook uit het rapport van de Rabobank.