Koopwoningen op hoogste prijsniveau ooit in 2018 maar voor hoe lang?

De prijzen van koopwoningen lijken in Nederland in een stijgende lijn omhoog te gaan. De prijzen van woningen gaan vooral omhoog in gebieden waar weinig woningen worden aangeboden en er wel veel vraag naar woningen aanwezig is. Dit zijn meestal de stedelijke gebieden in de Randstad en op andere locaties. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster zijn de huizenprijzen in juni tot ver boven de piek van mei gestegen. In de maand juni lagen de prijzen waarvoor woningen verkocht werden ongeveer negen procent hoger dan dezelfde maand een jaar eerder. In de meimaand waren de huizenprijzen ook ongeveer negen procent hoger dan in dezelfde maand in 2017. In de economische crisis in juni 2013 langen de huizenprijzen op het laagste niveau in twintig jaar. Vanaf dat moment is er al sprake van een stijgende lijn in de prijsontwikkeling in de woningmarkt.

In juni was de prijs van woningen ongeveer dertig procent hoger dan in juni 2013. Gemiddeld was de prijs van een woning in juni 2018 ongeveer 289.000 euro. De woningmarkt zit echter op slot. Dat betekend dat er nauwelijks aanbod is en wel veel vraag. Daardoor stijgen de woningprijzen maar worden er wel steeds minder woningen verkocht. Op den duur betekent dit dat de woningprijs zich anders zal ontwikkelen. De gangbare woningen voor gezinnen zullen nog te maken krijgen met prijsstijgingen maar de luxere duurdere woningen verkopen niet heel snel. Voordeel is dat de hypotheekrente nog laag is maar de vraag is hoe lang dat zo blijft. Op een gegeven moment zal de ECB haar rente moeten gaan verhogen en dan gaat de hypotheekrente ook omhoog. Dat betekent dat mensen weer minder kunnen lenen en dat heeft effect op de woningprijzen.

De ECB houdt momenteel de rente kunstmatig laag. Deze situatie is niet naar de wens van Nederland en Duitsland. Ook andere Europese landen willen dit kunstmatige programma van de ECB laten wijzigen in een meer logisch rentebeleid. Op dit moment worden met name de Zuidelijke Europese landen geholpen met het ECB beleid maar de Noordelijke Europese landen zullen druk blijven uitoefenen op de ECB om dit beleid te wijzigen.