Jeugdwerkloosheid moet minder

Nederland krijgt 30 miljoen extra voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dit geld wordt beschikbaar gesteld door het Europees Sociaal Fonds.  Het kabinet had eerder al 50 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. Het bedrag dat nu beschikbaar is gesteld door het Europees Sociaal Fonds komt daar dus bovenop.

Meer banen
Maandag  16 september 2013 heeft minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken de bedragen bekend gemaakt. Hij deed dit bij een werkbezoek aan Philips in Best. In Eindhoven werden door minister Lodewijk Asscher in totaal vijf overeenkomsten getekend. Deze overeenkomsten zijn aangegaan met Brabantse regio’s en gaan over het creëren van banen. Er zouden in totaal 4500 banen bij moeten komen in die regio’s. Een deel daarvan zou kunnen bestaan uit stages voor jongeren.

Financiële middelen
Van de 4500 banen zouden er 1200 bekostigd worden door de financiële middelen van de Overheid. Deze banen zijn dan wel specifiek gericht op de aanpak van jeugdwerkloosheid. Daar is het Kabinet specifiek op gericht en anders kunnen ze de investering ook niet ten dele uit Europees geld bekostigen. De plannen werden door minister Asscher getekend. Mirjam Sterk de ambassadeur voor de jeugdwerkloosheid was daarbij ook aanwezig.

Jeugdwerkloosheid verminderen
In totaal zou een bedrag van 3,3 miljoen moeten worden geïnvesteerd door de Overheid. Dit geld komt van het Rijk. Er is met de lokale overheden afgesproken dat zij ook moeten investeren in het scheppen van banen. Daarom moeten zij minimaal een vergelijkbaar bedrag investeren in het bestrijden van jeugdwerkloosheid. De gezamenlijke investeringen moeten de werkloosheid onder jongeren in de regio’s aanpakken.