Hoogleraren willen nieuwe flexwet in 2016?

Vanuit de oppositie en vanuit verschillende partijen op de arbeidsmarkt wordt regelmatig kritiek geuit op de Wet werk en zekerheid (Wwz) die ook wel bekend staat als de nieuwe Flexwet. Docenten arbeidsrechten en een aantal hoogleraren hebben een gezamenlijke reactie gegeven op de flexwet in twee opinieartikelen die maandag 14 maart 2016 verschenen in de NRC Next en een uitgave van de Volkskrant. Volgens de docenten en hoogleraren kent de wet gebreken maar moet de wet worden verbetert. Critici moeten de Wet werk en zekerheid een kans geven.

De hoogleraren en de docenten arbeidsrecht benoemden dat ze de problemen erkennen maar dat ze de uitgangspunten van de wet wel onderschrijven. Daarbij doelen ze op het beperken van de flexarbeid in Nederland en het bemoeilijken van ontslag als daar geen redelijke grond voor is. Dit stond in het artikel van het NRC.

Flexibele contracten terugdringen
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken wilde met de Wet werk en zekerheid het aantal flexibele contracten terugdringen op de arbeidsmarkt. Daarnaast zou de wet er voor zorgen dat werkgevers sneller een vast contract aanbieden aan werknemers. Met name de werkgevers in Nederland zijn kritisch op dit punt. Zij bewerken dat de Wwz juist het tegenovergestelde effect heeft. In plaats van meer vaste contracten worden volgens de werkgevers juist minder vaste contracten verstrekt. De werkgevers beweren dat vaste contracten nog vaster worden en flexibele contracten nog minder zekerheid bieden. Kortom volgens de werkgevers werkt de Wet werk en zekerheid niet op de manier die men had gehoopt.

Factoren die het succes van de Wwz beïnvloeden
Als men een wet invoert op de arbeidsmarkt dan heeft men met verschillende factoren te maken. Allereerst heb je de werknemers die volgens de geleerden een belangrijk rol spelen in de uitvoering van de Wwz. Het succes van een bedrijf wordt volgens hen op de lange termijn bepaald door de inzet en betrokkenheid van de werknemers.

Werknemers moeten volgens de geleerden een redelijke mate van baanzekerheid en ontwikkelingsperspectief hebben. Dit is van belang om dat veel bedrijven hun werknemers als de belangrijkste productiefactor zien. Daarin moet volgens de geleerden dus geïnvesteerd worden.

In het artikel van het NRC Next beklemtoonden de geleerden dat de werknemers voor werkgevers geen wegwerpartikelen behoren te zijn. Hiermee doelen ze op het mogelijke misbruik van bedrijven van flexwerkers. Als bedrijven deze werknemers niet meer nodig heeft mogen ze vaak vertrekken. De hoogleraren sturen aan op duurzamere arbeidsrelaties tussen werkgevers en werknemers. Volgens hen hebben stabielere banen bovendien een positief effect op productiviteit en innovatie binnen een bedrijf. Daarbij merkten de hoogleraren scherp op dat op die twee aspecten het Nederlandse bedrijfsleven de afgelopen jaren is ingehaald door het bedrijfsleven van een aantal omringende landen.

Het ontslagrecht
Ook over het ontslagrecht lopen de meningen op de arbeidsmarkt uiteen. Tegenwoordig moeten bedrijven bij het indienen van een ontslag een steviger onderbouwing aanbieden bij het UWV dan in het verleden het geval was. Volgens werkgevers is het indienden van een ontslag daardoor tijdrovend en bovendien duur. Vooral het ontslaan van vaste werknemers is complexer geworden. Daarom worden werkgevers steeds terughoudender om werknemers een vaste aanstelling te geven. Hierdoor wordt een vaste aanstelling alleen maar vaster.

De hoogleraren merken op dat veel critici in het bedrijfsleven vooral de nieuwe ontslagregels zien als het vergroten van een risico voor een bedrijf. Het mijden van de risico’s krijgt meer aandacht dan het investeren in kwaliteit en innovatie aldus het artikel van de Volkskrant. Volgens de hoogleraren laat de praktijk weinig zien van het schrikbeeld van de werkgevers. Er worden volgens hen nog steeds veel ontslagaanvragen goedgekeurd door het UWV. Het is volgens hen een onjuiste constatering als werkgevers zeggen dat het ontslaan van werknemers in de huidige wet en regelgeving bijna onmogelijk is geworden.

Aanpassen van de Wwz
De oppositie roept vanuit de Tweede Kamer de minister op om nog een kritisch te kijken naar de Wet werk en zekerheid. De minister Asscher is wel bereid om de wet op een aantal punten aan te passen. Hij riep de sociale partners op om gezamenlijk met verbeterpunten te komen. Daarnaast is er een zogenoemde verkenner aangesteld om de problemen en eventuele oplossingen te inventariseren rondom het seizoenswerk in Nederland. Met name seizoensgebonden sectoren hebben veel last van de Wet werk en zekerheid op het gebied van de transitievergoeding en de contractopbouw.

Reactie van Technisch Werken
De werkgevers zien problemen die er volgens de hoogleraren niet zijn. Dat neemt niet weg dat bij veel werkgevers een enorme terughoudendheid heerst om werknemers een vast contract te bieden. Als de overheid deze terughoudendheid wil veranderen dan zal ze eerst moeten nagaan waar deze zeer voorzichtige houding vandaan komt en of deze misschien toch gegrond is. Het wegwuiven van bezorgdheid is nooit goed. De overheid moet met stevige argumenten komen waarmee ze het positieve effect van de Wwz kan bekrachtigen. Als de overheid daartoe niet in staat is ontkomt ze er niet aan om de wet aan te passen. Daarbij kan de expertise van de hoogleraren van pas komen maar ook de ervaring van het bedrijfsleven en de vakbonden is van cruciaal belang als men de Wwz wil aanpassen naar een bruikbare wet op de arbeidsmarkt.