Hoe PFAS norm heeft 6000 banen gekost in 2019

De PFAS norm die door de overheid in oktober 2019 werd ingevoerd heeft de bouwsector veel problemen opgeleverd. In de bouw maar ook in het baggerwerk en grondwerk heeft men vanaf oktober te maken gekregen met een PFAS norm van 0,1 microgram. Uit onderzoeken is naar voren gekomen dat de meeste grond in Nederland wel een bepaalde mate van vervuiling heeft door PFAS. De lage norm van 0,1 microgram PFAS werd daardoor regelmatig overschreden. Dat heeft tot gevolg gehad dat veel bouwprojecten stil kwamen te liggen. Ook baggerwerk, grondwerk en werk in de civiele techniek kwam dikwijls stil te liggen vanwege een contratering van te veel PFAS in de grond of het baggerslib. Het stilleggen of annuleren van projecten kosten de bedrijven in deze sectoren veel geld. Daarom moest er ook bezuinigd worden. Een kostenpost waar men dan al snel op gaat bezuinigen is personeel. Verschillende personeelsleden zouden de bedrijven noodgedwongen hebben moeten verlaten vanwege een terugloop in werkzaamheden.

In feite loopt de hoeveelheid werk niet achteruit. Werk is er voldoende en er zijn ook in de toekomst nog voldoende werkzaamheden te verrichten. Het probleem is echter dat een hoop werkzaamheden niet verricht mogen worden omdat de PFAS norm ruim wordt overschreden. Bouwbedrijven en baggerbedrijven hebben daardoor verschillende projecten veel projecten moeten annuleren of tijdelijk moeten onderbreken. Daardoor kon een groot deel van het personeel in deze sector niet aan het werk. Het gevolg was dat bedrijven veel medewerkers noodgedwongen hebben moeten ontslaan. In totaal zijn er volgens de bouwsector ongeveer 6000 banen verdwenen door de PFAS-crisis. Het is de vraag of deze banen weer in de bouw komen open te staan nu de PFAS norm op 0,8 microgram is vastgesteld.