Het kabinet heeft in de regeringsplannen van Prinsjesdag 2019 aangegeven dat de werkenden er het komende jaar op vooruit zullen gaan. Daarvoor worden een aantal maatregelen doorgevoerd. Een voorbeeld van deze maatregelen is het verhogen van de heffingskorting. De maatregel die het kabinet hiervoor heeft geformuleerd is vooral gunstig voor werknemers met een jaarinkomen tot een maximum van 68.507 euro. De verhoging van de heffingskorting is een extra verhoging boven op de stapsgewijze verhoging die dit jaar al is ingezet.
De verhoging van de heffingskorting heeft een gunstig effect op het netto bedrag dat werknemers maandelijks overhouden van hun loon. De algemene heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Over het algemeen is de heffingskorting hoger naar mate men minder verdient. Kortom hoe meer iemand verdient hoe meer belasting over het salaris moet worden afgedragen aan de belastingdienst. Het is echter nog maar de vraag of werknemers door deze maatregelen daadwerkelijk meer koopkracht gaan ervaren. Er zijn namelijk meer factoren van toepassing op de koopkracht en koopkrachtbeleving.