Groene stroom vormt bedreiging voor energiebedrijf

Groene stroom is sterk in opmars. Niet alleen in Nederland maar vooral ook in buurland Duitsland. In Duitsland wordt door de aanleg van nieuwe windmolenparken zoveel groene stroom opgewekt dat er een overschot aan opgewekte energie dreigt te ontstaan. Elektrische stroom kan niet worden opgeslagen en daarom moet naar een oplossing worden gezocht om deze energie te distribueren. Dit transport van elektrische stroom zal vermoedelijk niet alleen binnen Duitsland plaatsvinden.

Prijs van groene stroom
Ook Nederland zal in de toekomst meer groene stroom van Duitsland ontvangen. De prijs van Duitse groene stroom is daarnaast veel lager dan stroom die door Nederlandse energieleveranciers wordt aangeboden. Elektriciteit is in Duitsland goedkoper dan in Nederland. Hierdoor kunnen Duitse bedrijven goedkoper produceren wat de concurrentiepositie van Duitse bedrijven versterkt ten opzichte van bijvoorbeeld Nederland.

Nederlandse bedrijfsleven afhankelijk van stroom
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft belang bij goedkope energie of deze nu ‘groen’ is of niet. Bedrijven hebben elektrische energie nodig om machines in beweging te houden en computers te laten werken. Zonder elektriciteit kunnen de meeste bedrijven de deuren sluiten. Hoe goedkoper de energie is hoe lager deze productiekosten zijn voor een bedrijf. Het bericht over goedkope groene stroom wordt door veel bedrijven met gejuich ontvangen. Dat deze stroom ook nog ‘groen’ is zorgt voor veel bedrijven voor een leuke bijkomstigheid. Hierdoor kunnen ze ook nog stappen maken op het gebied van milieuverantwoord of maatschappelijk verantwoord ondernemen. Toch is niet elke bedrijvensector in Nederland tevreden over de ontwikkelingen met betrekking tot groene stroom. De energiebedrijven raken door de goedkope groene stroom in financiële moeilijkheden. De bedrijven kunnen niet tegen de stuntprijzen van groene stroom op concurreren.

Groene stroom is niet continue
Daarnaast is groene stroom niet continue aanwezig. Er zijn periodes dat er weinig windkracht en zonlicht is waardoor het opwekken van groene stroom niet een hoog rendement heeft. Energiebedrijven vangen deze tekorten op door in energiecentrales fossiele brandstoffen om te zetten in stroom. Door het gebruik van fossiele brandstoffen is men minder afhankelijk van de weersomstandigheden en kan men, mist er een voortdurende aanvoer is van fossiele brandstoffen, continue elektrische stroom produceren. Wanneer energiecentrales vanwege groene stroom minder fossiele brandstoffen om gaan zetten zorgt dit er voor dat de productie van deze centrales afneemt. Energiecentrales kunnen zelfs overwegen om te sluiten omdat de productie te gering is om rendabel te zijn.

Energiebedrijven in problemen
Het probleem met betrekking tot de daling van de productie van energiecentrales vindt niet alleen in Nederland plaats. maandag 21 oktober 2013 melde PwC dat energiebedrijven in Europa zich zorgen maken over de ontwikkelingen op het gebied van groene stroom. PwC is een accountantsbedrijf en deed onderzoek naar energiebedrijven uit 35 landen. Hiervoor werden 53 bestuurders van verschillende energiebedrijven benadert.

Uitkomst onderzoek PwC over energiebedrijven
Van de 53 ondervraagde bestuurders van energiebedrijven gaf negentig procent aan dat de traditionele verdienmodellen van energiebedrijven in de toekomst niet meer haalbaar zijn. Bedrijven zullen in de toekomst meer zelfstandig energie produceren en verkopen. Dit komt doordat bedrijven steeds vaker investeren in zonnepanelen om daarmee stroom voor eigen gebruik op te wekken. Daarnaast investeren bedrijven ook in windenergie door het plaatsen van windmolens. Hierdoor besparen bedrijven energiekosten maar lopen energiebedrijven ook inkomsten mis. Door dit gemis aan inkomsten kan niet meer geïnvesteerd worden in energiecentrales. Hoewel deze centrales vervuilender zijn dan groene stroom zorgen deze centrales wel voor een continuïteit. Schommelingen die ontstaan in zonne-energie en windenergie kunnen niet langer worden opgevangen. Het gevolg zou kunnen zijn dat bepaalde delen van Nederland of andere landen tijdelijk zonder stroom komen te zitten. Dit worden ook wel black-outs genoemd. Volgens PwC moet de sector van energiebedrijven zichzelf aanpassen. De vraag is of ze daar nog voldoende tijd voor hebben.

Reactie van Technisch Werken
De ontwikkelingen van groene stroom zijn goed nieuws voor de natuur en zorgen er voor dat het leefklimaat door een dalende luchtvervuiling verbetert. Op dit moment is men in Nederland en vele Westerse landen nog afhankelijk van vervuilende kolencentrales of andere systemen waarin fossiele brandstoffen worden omgezet in elektrische energie. Dit is natuurlijk goed voor energiebedrijven die daardoor verzekerd zijn van een bepaalde afname. Wanneer deze afname daalt door het toenemende gebruik van groene stroom is dit voor deze bedrijven een kwalijke ontwikkeling.

Het grote probleem is echter niet het voortbestaan van de energiecentrales. Deze zullen langzamerhand toch plaats moeten maken voor groene stroom. De kern van het probleem is: ‘hoe kunnen we elektrische energie opslaan?’ Wanneer antwoord gegeven kan worden op deze vraag kan een overschot aan groene stroom worden opgeslagen voor periodes dat de natuur het even laat afweten om voldoende wind en zonlicht ter beschikking te stellen.

Wanneer technici zich gaan inzetten om antwoord te geven op de vraag: ‘hoe kunnen we elektrische energie opslaan’ kan daarmee gestreefd worden naar één van de grootste doorbraken op het gebied van energietechnologie. Een uitdaging die veel technici moet aanspreken.