Flexwerk vanaf 2015

Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) heeft een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gestuurd. Hieruit blijkt dat het kabinet de verbeteringen voor de flexwerkers op de arbeidsmarkt eerder wil invoeren. Het is de bedoeling dat de verbeteringen voor deze groep arbeidskrachten een jaar eerder zal moeten worden ingevoerd dan de bezuinigingen op de WW en de versoepeling van de regels met betrekking tot het ontslagrecht. Lodewijk Asscher hoopt aan het einde van 2013 de Tweede Kamer de definitieve voorstellen te kunnen toesturen.

Wanneer gaat het voorstel in?
In het wetsvoorstel van Lodewijk Asscher wordt de positie van flexwerkers op de arbeidsmarkt verbeterd. Met het oog op de economische ontwikkelingen die op dit moment gaande zijn lijkt het Asscher verstandig om de positie van flexwerker te verstevigen en werkgevers en werknemers voldoende de tijd te geven om zich voor te bereiden op de ontwikkelingen. Er wordt in het wetsvoorstel onder andere aangegeven dat werknemers met tijdelijke contracten eerder aanspraak moeten kunnen maken op een vast contract (contract voor onbepaalde tijd). Deze maatregel zou in 2015 moeten ingaan. Daarmee wordt de maatregel eerder van kracht dan het versoepelen van het ontslagrecht en de aanpassingen aan de Werkeloosheidswet (WW).

Positie van de flexwerker
De positie van de flexwerker wordt beter. Dit heeft in belangrijke mate te maken met de situatie waarin het ”oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen” wordt aangepakt. Bedrijven kiezen met het oog op de economische onzekerheden vaak voor tijdelijke contracten voor medewerkers. Ze hebben verschillende mogelijkheden om medewerkers langdurig in dienst te nemen zonder ze daadwerkelijk een vast contract te bieden. Het is de bedoeling dat de positie van de flexwerker beter wordt door deze na twee jaar dienstverband bij een bedrijf al de mogelijkheid te geven om voor een vast contract in aanmerking te komen. Dit is tot op heden nog een periode van drie jaar.

Positie van werkgever
Werkgevers zullen door de hiervoor genoemde verandering eerder een diensterband voor onbepaalde tijd moeten aangaan met hun werknemers. Een andere oplossing is dat de werknemer eerder uit het bedrijf moet vertrekken. De versoepeling van het ontslagrecht moet het (financiële) risico voor bedrijven beperken. Daarnaast is ook de hoogte van de ontslagpremie voor bedrijven in de toekomst beperkt. De kantonrechtersformule is voor bedrijven vrij kostbaar. De plannen van het kabinet zorgen er voor dat het bedrag niet hoger mag zijn dan 75.000 euro. En daarnaast moet het bedrag dat aan de voormalig werknemer meegegeven wordt volledig worden gebruikt voor het zoeken naar ander werk.  Met de aanpassing van het ontslagrecht wordt ook de oneerlijkheid tegen gegaan die kan ontstaan tussen bedrijven en binnen bedrijven. Zo geven sommige bedrijven enorme bedragen aan gouden handdruk mee terwijl andere bedrijven geheel geen ontslagvergoeding meegeven aan personeel