Europese Unie wil energie-efficiëntie verbeteren voor 2030

De Europese Unie wil dat de energie-efficiëntie wordt verhoogd tot 32,5 procent tegen 2030. Daarnaast is het mogelijk dat deze doelstelling in 2023 na een herziening verder omhoog wordt bijgesteld. Hierover is volgens de Europese Commissie een akkoord bereikt tussen Europese Commissie, het Europees Parlement en de EU-lidstaten. Op dit moment is er in Europa een doel voor 2020 opgesteld waarin is vastgelegd dat de energie-efficiëntie in dat jaar op 20 procent moet staan.

Energie-efficiëntiedoelen veranderen
De Europese Commissie had in november 2016 al een voorstel ingediend voor het verhogen van het energie-efficiëntiedoel. Deze zou volgens de commissie op 30 procent in 2030 moeten kome te liggen. Inmiddels is de doelstelling al hoger. Bedrijven en consumenten moeten efficiënter met energie omgaan aldus de Europese overheden. Om dit te bereiken moet energie-efficiënt wonen en werken aantrekkelijker worden. Mensen moeten bovendien een beter inzicht krijgen in de energie die ze verbruiken en verspillen.

Klimaatakkoord
De Europese Unie moet voldoen aan de afspraken die in 2015 in het klimaatakkoord van Parijs zijn vastgelegd. Daaruit vloeit ook een energietransitie voort. Fossiele brandstoffen zoals aardgas, aardolie en steenkool moeten worden vervangen door hernieuwbare energiebronnen en energiedragers. In 2030 zal 32 procent van alle energie die in Europa wordt verbruikt uit hernieuwbare bronnen moeten komen. Hoewel de doelstellingen inmiddels zijn verhoogd is nog lang niet iedereen blij met deze doelstellingen.

Doelstellingen omhoog
Volgens sommige partijen zijn de doelstellingen van Europa matig en niet ambitieus. D66-Europarlementariër Gerben Jan Gerbrandy geeft in een tweet aan dat de nieuwe doelstellingen niet genoeg zijn. Daarnaast geeft hij aan dat hij hierover teleurgesteld is. De aanpak van Europa wordt door hem een ”minimalistische aanpak” genoemd. Als de doelstellingen in 2023 worden geëvalueerd moet het doel flink naar boven worden bijgesteld als het aan de Europarlementariër ligt.