Eenouderhuishoudens nemen toe vraag op de woningmarkt is veranderd in 2019

Het aantal eenouderhuishoudens in Nederland neemt toe. In de afgelopen twintig jaar is het aantal kinderen dat in een eenouderhuishouden woont behoorlijk gestegen. Dat komt naar voren uit een bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het statistiekbureau voerde onderzoek uit in het kader van de Jeugdmonitor. Op maandag 23 december 2019 werden de resultaten gepubliceerd. Het CBS verstaat onder eenouderhuishoudens woonsituaties die zijn ontstaan doordat ouders zijn gescheiden of om een andere reden uit elkaar zijn gegaan. Dat kan bijvoorbeeld ook doordat één van de ouders is overleden. Ook ouders die nooit hebben samengewoond waarvan 1 ouder de zorg voor het kind volledig op zich of op haar neemt worden tot eenouderhuishoudens gerekend.

In totaal werden door het CBS afgerond 3,4 miljoen kinderen in de leeftijd tot achttien jaar geteld aan het begin van 2019. Daarvan woonden in totaal 538.000 in eenouderhuishoudens. Ongeveer 89 procent van deze kinderen is officieel ingeschreven op het adres van de moeder. Deze ontwikkeling heeft ook een effect op de woningmarkt. De vraag naar kleinere gezinswoningen neemt toe. Dat blijkt ook uit het type nieuwe woning dat ontwikkelt wordt in de woningbouw. Dit zijn vaak kleinere woningen dan in het verleden werden gebouwd. Gezinnen worden kleiner en het aantal eenouderhuishoudens neemt bovendien toe. De woningmarkt verandert maar met name in het startersegment staan de woningprijzen onder druk omdat in dit segment steeds meer mensen actief worden. Kleine moderne gezinswoningen zijn ook in trek bij eenouderhuishoudens.