Bouw en infrasector hebben ook begin 2020 last van de PFAS-norm

Eind 2019 werd duidelijk dat de stikstofwetgeving en de PFAS-norm voor problemen zou zorgen in de bouwsector en de infrasector. Bouwprojecten liepen vertraging op vanwege het feit dat verschillende bouwvergunningen opnieuw werden beoordeeld. Een deel van de bouwprojecten en infraprojecten kon in het geheel niet doorgaan omdat de stikstofnorm of de PFAS-norm werd overschreden. De overheid heeft daarom besloten om de stikstofnorm en de PFAS-soepeler te maken. De norm voor de aanwezigheid van PFAS in de bouwgrond werd in december 2019 aangepast.

Toch zijn de gevolgen van de strenge normen ook in 2020 goed merkbaar. De vertragingen hebben voor hogere kosten gezorgd. Dit werd bekend gemaakt door de brancheorganisatie Bouwend Nederland. Deze organisatie hield een enquête onder ruim 350 bedrijven. Uit dit onderzoek werd duidelijk dat de bouw en infrasector last hebben van de vertragingen en hogere kosten die voortkomen uit de nieuwe PFAS-norm. De nadelige effecten zijn volgens Bouwend Nederland vooral merkbaar in lopende projecten. Het verplaatsen van grond kost meer maar deze hogere kosten kunnen niet altijd worden doorberekend aan de opdrachtgevers. Vaak zijn de prijzen voor het verwijderen van bouwgrond al in offertes vastgelegd en moeten bouwbedrijven en infrabedrijven de hogere kosten zelf dragen. Dat kan voor problemen zorgen.