Aflossen spaarhypotheek versoepeld per 1 januari 2017

Per 1 januari 2017 worden de regels voor het aflossen van een spaarhypotheek of beleggingshypotheek soepeler. De versoepeling van de regels zorgt er voor dat huizenbezitters met een dergelijke hypotheekvorm in 2017 in veel gevallen hun spaarsaldo kunnen aanwenden voor het aflossen van hun hypotheken.

Spaarhypotheken zijn speciale hypotheekvormen. Met een spaarhypotheek is het mogelijk om een vermogen voor de aflossing van de hypotheek op te bouwen met behoud van hypotheekrenteaftrek. Men kan het spaarsaldo vaak belastingvrij opbouwen in de spaarrekening van de spaarhypotheek. Doordat men wel de hypotheekrenteaftrek kan behouden is de spaarhypotheek vaak gunstig voor de hypotheeknemer. Omdat er sprake is van een gunstig belastingvoordeel zijn er strenge regels opgesteld voor de opbouw en aflossing van de spaarhypotheek.

Een voorbeeld van een regel is dat er minstens vijftien jaar of twintig jaar premie moet worden ingelegd om vrijstelling te krijgen. Deze eis zal per 1 januari 2017 vervallen als de hypotheeknemer gaat verhuizen naar een andere koopwoning. Het aflossen van een hypotheek is echter niet altijd verstandig.  Daarom adviseert het overheidsplatform Wijzer in geldzaken hypotheeknemers, die overwegen te gaan aflossen, om eerst goed onderzoek te gaan doen naar de financiële gevolgen van de aflossing van de hypotheek. De meeste kosten van een spaarhypotheek zitten aan het begin van de looptijd van de hypotheek.

Daarom hoeft het vervroegd aflossen van een dergelijke hypotheek volgens Wijzer in geldzaken  niet per se financieel gunstig te zijn voor de hypotheeknemer. Daarnaast kan het aflossen van een spaarhypotheek zorgen voor een hogere resthypotheek aan het einde van de looptijd dan wanneer men gewoon was doorgegaan met het opbouwen. Voordat men een beslissing neemt over de aflossing zal men dus goed moeten nadenken en indien nodig advies moeten inwinnen.