Aantal uitzenduren nam eind 2011 toe

Ondanks alle negatieve berichtgeving over de economie en werkgelegenheid is er aan het einde van 2011 toch een groei geweest in het aantal uitzenduren. Volgens een bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op vrijdag 24 februari 2012 is het aantal uitzenduren in het vierde kwartaal van 2011 gestegen. De stijging bedroeg 1 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2011. In het derde kwartaal was er juist sprake van een teruggang in het aantal uitzenduren.

De cijfers geven aan hoeveel het aantal uitzendkrachten in fase A is toegenomen. Fase A is de eerste fase waarin uitzendkrachten aan het werk kunnen. In fase A hebben uitzendkrachten meestal nog geen contract en worden ze met uitzendbeding geplaatst. Dit houdt in dat einde werk ook einde diensterband betekend. Wanneer meer fase A uitzendkrachten worden geplaatst geeft dat aan dat er een groei is geweest in het werk voor bedrijven dat ze niet met eigen personeel hebben kunnen opvangen.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de toename in het aantal uitzenduren in lijn met de huidige ontwikkeling van het aantal banen van werknemers. Toch is het naar mijn mening lastig om die conclusie zo stellig te plaatsen. Veel bedrijven schakelen af waardoor ze personeel geen contractverlenging meer verstrekken of zelfs ontslaan. Wanneer de productie dan (tijdelijk)  omhoog moet kunnen en willen ze vaak geen mensen op contract aannemen en doen ze een beroep op uitzendbureaus. Deze leveren dan vervolgens tijdelijk personeel om de productietoename te verwerken.

Wanneer het echter weer rustiger wordt bij het bedrijf zijn het niet zelden de uitzendkrachten die het eerste het bedrijf moeten verlaten. Met de huidige ideeën van de Nederlandse regering wordt het misschien in de toekomst voor bedrijven aantrekkelijker om tijdelijk personeel aan te nemen en personeel langer tijdelijk in dienst te nemen op bepaalde tijdscontracten. De bonden zijn geen voorstander voor het rekken van de tijdelijke status van werknemers. Hierdoor zouden werknemers nog langer moeten wachten op een vast contract. Het rekken van de periode dat tijdelijke contracten kunnen worden verstrekt is voor werkgevers aantrekkelijk omdat ze dan minder snel ‘vast’ zitten aan personeel.

De arbeidsmarkt wordt in 2012 misschien wel hervormd. Dit zal naar mijn mening niet zo snel verlopen. Werkgeversbelangen en werknemersbelangen zijn in die hervormingen moeilijk met elkaar in verbinding te brengen.