Welke lasposities zijn er volgens de NEN-EN en ASME?

In de werktuigbouwkunde en de metaaltechniek wordt gebruik gemaakt van verschillende lasprocessen. Het is belangrijk dat een lasser een las op de juiste manier maakt en daarvoor het juiste lasproces en materiaal gebruikt. Voor lassers is het echter bijna onmogelijk om alle verschillende lasmethodes en bijbehorende richtlijnen te onthouden. Daarom maken lassers gebruikt van een lasmethodebeschrijving deze wordt ook wel afgekort met LMB. In het Engels wordt deze lasmethodebeschrijving ook wel Welding Procedure Specification of Weld Procedure Specification genoemd. Dit wordt afgekort met WPS. Zowel een WPS als een LMB kan door een lastechnicus worden geschreven.

Wat staat er in een Lasmethodebeschrijving en Welding Procedure Specification?
In een LMB of WPS staat informatie voor de lasser over hoe de las gemaakt dient te worden. Hierin is onder andere beschreven met welk lasproces de las moet worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld MIG/MAG, TIG of elektrode zijn. Er zijn echter ook andere lasprocessen die gebruikt kunnen worden. Verder staat in het WPS of LMB welke lasdraad gebruikt moet worden en in het aantal lagen dat over elkaar heen aangebracht moet worden. De lasstroom en de voorverwarmtemperatuur hebben een belangrijke invloed op de kwaliteit van de las en kan men daarom ook lezen in het WPS of LMB. Ook de lasnaadvorm is beschreven, dit kan bijvoorbeeld een X-naad, V-naad of I-naad zijn. De diversiteit aan lasnaadvormen is zeer groot en is afhankelijk van de materiaalsoort en de wanddikte of plaatdikte. Deze zijn ook in het WPS en LMB beschreven. Verder is ook de laspositie aangegeven in deze rapporten. Daarover is hieronder meer informatie geschreven.

Welke lasposities worden toegepast in de metaalindustrie?
Er worden voor lasposities verschillende codes gebruikt. De code die wordt gebruikt voor een laspositie heeft te maken met de Europese normering en de Amerikaanse normering. De Europese Normering wordt aangegeven in NEN- EN. De Amerikaanse normering wordt vooral gebruikt in de offshore. Deze normering wordt aangegeven in een ASME-code. ASME is een afkorting die staat voor American Society of Mechanical Engineers. De ASME-code wordt internationaal het meest gebruikt. Hieronder is een lijst weergeven van de verschillende lasposities en de bijbehorende code:

ASME lasposities

1F  hoeklas onder de hand.

2F  hoeklas uit de zij.

3Fu  hoeklas verticaal (stapelen).

3Fd  hoeklas verticaal (van boven naar beneden).

4F  hoeklas boven het hoofd.

1G  V-las onder de hand.

2G  V-las horizontaal uit de zij.

3Gu V-las verticaal (stapelen).

3Gd V-las verticaal (van boven naar beneden).

4G  V-las boven het hoofd.

5Gu  V-las in horizontaal liggende pijp rondom lassen (stapelen).

5Gd  V-las in horizontaal liggende pijp rondom lassen (van boven naar beneden).

6G  V-las in pijp onder 45° rondom lassen.

6GR  V-las in pijp onder 45° rondom lassen met o.a. extra ring om pijp.

De letter F staat voor ‘Fillet weld’ dit is een hoeklas. De letter G staat voor ‘Groove weld’ en wordt gebruikt als aanduiding voor V-naden. Onder de Europese Norm zijn de lasposities ingedeeld in de volgende aanduidingen:

NEN-EN lasposities

PA   hoeklas onder de hand, V-las onder de hand.

PB   hoeklas uit de zij.

PF   hoeklas of V-las verticaal omhoog stapelen van de las.

PG  hoeklas of V-las verticaal naar beneden lassen van de las.

PD   hoeklas boven het hoofd.

PC   V-las horizontaal uit de zij.

PE   V-las boven het hoofd.

PH  V-las in horizontaal liggende pijp rondom lassen (stapelen).

PJ   V-las in horizontaal liggende pijp rondom lassen (van boven naar beneden).

PK  V-las in horizontaal liggende pijp rondom lassen.

H-L045, V-las in pijp onder 45° rondom lassen  (stapelen).

J-L045, V-las in pijp onder 45° rondom lassen (van boven naar beneden).