Wat wordt bedoelt met slak bij lasprocessen?

Het woord ‘slak’ wordt regelmatig gebruikt bij lasprocessen. Dit woord heeft niets met een dier of een aanduiding van snelheid. Ook heeft de slak die vrijkomt bij lasprocessen niets te maken met de zogenoemde hoogovenslak die vrijkomt bij het smelten van ertsen en metalen in hoogovenprocessen. In plaats daarvan heeft het woord ‘slak’ bij lasprocessen te maken met een materiaal dat vrij kan komen bij het lasproces. De slak die hierbij vrij kan komen is een bros materiaal dat een beetje glasachtig is. De slak bij lasprocessen kan bestaan uit verschillende materialen. Het ontstaan van een slak tijdens het lasproces kan gewenst zijn maar ook ongewenst.

Hoe ontstaat slak bij lasprocessen?
Niet bij alle lasprocessen ontstaat een slak. Een slak ontstaat bij lasprocessen waarbij gebruik wordt gemaakt van laspoeder zoals bij onder poederdek lassen (OP-lassen) of bij beklede elektrodelassen (BMBE lassen). Hierbij ontstaat de slak als een restproduct of afvalproduct. Het laspoeder of de elektrodebekleding smelt door de hitte van het lasproces. Dit materiaal gaat als het ware op het smeltbad drijven en is in eerste instantie vloeibaar. Wanneer de las afkoelt is ook de slak afgekoeld en wordt de slak zichtbaar in de vorm van een harde breekbare brosse laag. De slak kan zich stevig hechten op de lasnaad maar het is ook goed mogelijk dat de slak als het ware achter de lastoorts weg krult.

Bij welke lasprocessen ontstaat slak?
Hiervoor zijn al een aantal lasprocessen genoemd waarbij slak kan ontstaan. Er zijn lasprocessen waarbij men opzettelijk een slak produceert om de las te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Voorbeelden van dergelijke lasprocessen zijn:

  • BMBE lassen, lassen met beklede elektrode
  • Onder Poederdek lassen, OP-lassen
  • Elektroslaklassen
  • Exothermisch lassen
  • Lassen met poedergevulde draad,

Als men geen gebruik maakt van elektrodebekleding of poeder maar een beschermgas of vacuüm toepast, is de kans op het ontstaan van een slak kleiner. Bij het MIG/MAG lassen kan nog wel eens een slak ontstaan. In dit geval ontstaat de slak niet uit toevoegmateriaal maar uit verontreinigingen die aanwezig waren in de laskanten van de werkstukken. Deze verontreinigingen kunnen bijvoorbeeld vuil en oxide zijn. Ook door het verbranden van het lasmateriaal kan een slak ontstaan. Het verbranden van lasmateriaal gebeurd als het lasproces onvoldoende is beschermd.

Wat is het nut van een slak bij lasprocessen?
Hiervoor zijn een aantal lasprocessen genoemd waarbij opzettelijk een slak wordt geproduceerd tijdens het lasproces. Er zijn een aantal redenen waarom er bewust voor wordt gekozen om tijdens het lassen een slak te produceren. Een slak is allereerst een bijproduct dat slechts van tijdelijke aard is. De slak wordt na uitharding meestal meteen verwijdert door de lasser of nabewerker. Dit verwijderden van de slak kan doormiddel van het wegbikken van de slak met een beitel.

Tijdens het lassen heeft de slak een belangrijk nut omdat deze het smeltbad beschermd tegen ongewenste invloeden rondom het lasproces. De slak beschermd met name het smeltbad tegen verbranding tegen inwerking van stikstof uit de omringende lucht. Daarnaast heeft de slaklaag ook een isolerende werking die er voor zorgt dat de lasnaad minder snel afkoelt.

Door zure of rutiele lastoevoegmaterialen kan de oppervlaktespanning van het smeltbad worden verlaagd. Hierdoor vloeit de las mooi en wordt deze glad. De slak kan ook een ondersteunende functie hebben bij het verticaal of bovenhands lassen. Door de slak kan worden voorkomen dat het smeltbad omlaag gaat stromen voordat de las gestold is. Dit komt door basische toevoegmaterialen.

Ongewenste effecten van slak
Een slak kan gewenst zijn maar er kunnen ook fouten in de las terecht komen doordat er een slak wordt gevormd. Een slak of delen van de slak kunnen namelijk tijdens het lassen ingesloten worden in het smeltbad. Deze insluitingen behoren tot de lasfouten omdat de las op de plaatsen van de insluitingen niet solide is.

Een ander nadeel van de slak is dat deze verwijdert moet worden en dat is arbeidsintensief. De las moet worden nabewerkt met een beitel.