Wat is de A-hoogte bij lassen?

A-hoogte is de hoogte oftewel de dikte van een las deze is meestal vastgelegd op een tekening, lasmethodebeschrijving (LMB) of Welding Procedure Specification (WPS). De A-hoogte is belangrijke informatie voor een lasser. Als de A-hoogte van een las bijvoorbeeld te laag is dan kan de lasverbinding niet sterk genoeg zijn. Een te grote A-hoogte kan echter voor andere problemen zorgen. Zo kan een te grote A-hoogte er voor zorgen dat er teveel warmte in de lasverbinding wordt gebracht waardoor het werkstuk kan vervormen of scheuren. Daarom is het belangrijk dat een lasser zorgvuldig te werk gaat bij het bepalen van de A-hoogte en het maken van een lasverbinding. Hieronder is in een paar alinea’s informatie gegeven rondom de A-hoogte voor lasverbindingen.

A-hoogte of keelhoogte bij lasverbindingen
De informatie in de inleiding maakt duidelijk wat onder een A-hoogte wordt verstaan. In de praktijk wordt in de lastechniek echter ook gesproken over een keelhoogte. In feite wordt hiermee hetzelfde bedoelt als de A-hoogte. Meestal heeft men het dan over een keelhoogte met penetratiediepte. De keelhoogte wordt met een letter ‘a’ aangegeven en de keelhoogte met penetratiediepte wordt aangegeven met de letter ‘s’. De letter ‘s’ is dus de A-hoogte inclusief de penetratiediepte van de las. Dit is dus de totale hoogte van de lasverbinding. Tijdens het lassen ontstaat namelijk een smeltbad waardoor de las een deel van het plaatwerk tot smelten brengt dit wordt ook wel de penetratie van de lasverbinding genoemd. De A-hoogte of keelhoogte komt nog bovenop deze penetratiediepte waardoor de maataanduiding ‘keelhoogte met penetratiediepte’ ontstaat oftewel de maataanduiding die wordt aangegeven met de letter ‘s’.

Informatie over A-hoogte voor lasverbindingen
Voor het bepalen van de juiste A-hoogte zal een lasser in eerste instantie altijd de lasmethodebeschrijving (LMB) of de Welding Procedure Specification (WPS) moeten raadplegen. Indien deze er niet is kan de lasser de tekening nalezen. Op de tekening wordt meestal ook een A-hoogte bij de te maken lasverbinding benoemd. Verder is een middelbaar lastechnicus (MLT-ER) ook een belangrijke informatiebron op het gebied van lassen. De middelbaar lastechnicus heeft een specifieke opleiding gevolgd voor lasverbindingen en is bevoegd om de eerder genoemde lasmethodebeschrijving op te stellen. Daarom kan deze lastechnicus een duidelijk en bindend advies geven over de lasverbindingen en dus ook de gewenste A-hoogte van deze verbindingen. In plaats van de benaming ‘middelbaar lastechnicus’ gebruiken sommige bedrijven de benaming ‘European Welding Technologist’ of ‘International Welding Technologist’.

Deze functies worden ook wel afgekort met EWT en IWT. In het vakjargon spreekt men ook wel over ene MLT-er, een EWT-er en een IWT-er. Welke benaming een bedrijf ook gebruikt voor en lastechnicus het feit blijft bestaan dat dit specialisten zijn waar lassers advies kunnen inwinnen over de te maken lasverbinding. Sommige bedrijven hebben echter geen lasmethodebeschrijvingen en maken geen gebruik van Welding Procedure Specifications omdat de lasverbindingen aan minder strenge eisen moeten voldoen. In dat geval kan een lasser gebruik maken van zogenaamde vuistregels om de A-hoogte van de lasverbindingen te bepalen. In de volgende alinea worden een aantal vuistregels genoemd voor het bepalen van de A-hoogte. Het is belangrijk te weten dat de vuistregels die genoemd worden ondergeschikt zijn aan de informatie die in een WPS of LMB staan met betrekking tot de hoogte van een lasverbinding.

Vuistregels voor bepalen A-hoogte
Er zijn verschillende vuistregels voor het bepalen van de A-hoogte. Zo is een algemene vuistregel dat de A-hoogte 0,7 x de dunste plaatdikte moet zijn. Weer anderen hanteren de vuistregel dat de A-hoogte gelijk is aan 0,6 maal de minimale plaatdikte. Daarbij moet de las geheel rondom worden gelast. Er is ook een vuistregel dat de A-hoogte gelijk moet zijn aan de halve plaatdikte plus 1 mm.

Kanttekening bij vuistregels voor A-hoogte
De bovenstaande vuistregels voor het bepalen van de A-hoogte voor een lasverbinding kunnen in de praktijk worden gehanteerd tot middeldikke plaat wanneer deze vuistregels uiteraard niet in strijd zijn met de informatie die is benoemd in de lasmethodebeschrijving en de Welding Procedure Specification. Wanneer een laser echter dikke plaat gaat lasser zal hij of zij er achter komen dat met deze vuistregels veel te dikke lasverbindingen worden gemaakt met alle gevolgen voor het werkstuk van dien. Daarom moet men bij het lassen van dikke plaat altijd een ervaren specialist inschakelen voor het bepalen van de A-hoogte. Dit is belangrijk om scheuren, vervorming en andere ongewenste aspecten te voorkomen.