Deeltijd ontslag en interne wendbaarheid

Vorige week had de commissie-Borstlap een aantal voorstellen gedaan aan de overheid met betrekking tot het vormingen van de arbeidsmarkt. Naast de standaard aanvallen op flexibele arbeid kwam er ook nog iets bijzonders uit deze commissie naar voren. Zo had de commissie het over het zogenoemde deeltijdontslag. Een deeltijdontslag zo volgens de commissie betekenen dat werknemers tijdelijk minder uren zouden hoeven maken en ook minder geld zouden kunnen ontvangen. Volgens een deelnemer aan de commissie Borstlap zou een deeltijdontslag maximaal 20 procent van de arbeidsduur mogen zijn. Dat betekent dat een werknemer 20 procent minder uren werkt en ook minder uitbetaald krijgt. Hierdoor zou vast werk minder vast worden. Het deeltijdontslag zou mogelijk moeten zijn bij economische tegenslag van bedrijven. Door het deeltijdontslag kan de arbeidsduur van werknemers tijdelijk worden verlaagd.

Eventueel zouden de werkgevers ook de mogelijkheid moeten krijgen om de werklocatie en ook de werktijden aan te passen. Deze aanpassingen zouden werknemers moeten accepteren tenzij er sprake is van “zwaarwegende belangen”. Dit schuiven met personeel zou de commissie Borstlap scharen onder de noemer ‘interne wendbaarheid’. Hierdoor wordt vast werk minder vast en ook een vaste werkplek minder vast. Het lijkt er op de commissie een flexibele instelling wil bevorderen maar flexwerk moet echter wel worden beperkt volgens deze commissie. De commissie Borstlap heeft met haar plannen een ideaal recept geschreven om de arbeidsmarkt compleet te vernielen. De desastreuze weg die de Wet Werk en Zekerheid heeft ingeslagen zal worden doorgezet. Werkgevers zullen merken dat flexwerk duurder wordt en werknemers met een vast contract zien hun rechten in de prullenbak verdwijnen. Dat er voor dergelijke commissies forse bedragen worden uitgetrokken kan men aan de werknemer en werkgever niet uitleggen.